S52 witte boomwol vlek op t «xisiopmen.

jcs voor boomwol aanzien. Het is mij zeiven zoq gegaan. Neem er nu eens een vlokje met de naald af.

Hoe wit! als eerstgevalien fneeuw. ——- Ei! wat is ait t cbV Het hoopje leeft, dunkt mij. Het beweegt zich. Daar kruipt het voort. Daar moet zeker iéts, dat leeft, onder fchuilen."

Zoo! miine vriendin! D*t was het juist, wat ik gaarne hebben wilde. Dit moest gij eerst zelve zien. An Iers zoudt gij mij niet gelooven. En, dit is juist het gebe.m. Kom ! wij zullen nu nog een hoopje' opriemen^ Gij hebt toch goede oogen. Ik zal wat van dat witte ftof wegblazen. Wat zit daar nu onder hef hoopje, aan het blaa? Ziet gij die graauwe ftipjes niet ?

„ O ja! dat zijn mogelijk wel eijeren?"

juist zoo. Wij zullen ze door "bet vergrootglas tellen. Daar zijn er bier vijftien. Hadt gij de moeder niet gefloord, zij zou er veelligt nog meer gelegd hebben.

De moeder? waar was die dan?"

Gii hebt ze immers op uwe hand. Hier onder het vlokje wol zit zij, of liever zij is het zelve. Ik zal de wol met de naald hier fchoon afhalen. Daar hebt gij een donkergraauwachtig wormpje met zes pooten. Daar kruipt het heen. Hoe gedraagt het zich zoo angstvallig, daar bet de lucht gevoelt ? Ik heb het van zijn Kleedje Beroofd.

,, Ik weet niet, wat ik zeggen zal."

Ik weet het wel: Groot zijn de werken des Heeren! wie hen waardeert, die heeft eene onverzadelijke begeerte -tot dezelve! Vergelijkt gij flechts eens de groote wijsheid van god in de verfchillenne foorten van dekkleeden, welke hij den dieren en inzonderheid velerlei infekten,

ter vervulling hunner behoefte, gegeven heeft. Hoe ónd< rfcheiden is deze wol , waarmede dit wormpje bedekt is, van den bast, waarin de bladmot fteekt?—-rG! hoe zoudt gij u wel verwonderen, wanneer gij het fchuimworpja onder zijne, uit honderd en meer pareltëiaasjès beltaaride, fchuimbolletjes zaagt?

,, Maar zeg mij toch, noe komt dan dit wormpje aan deze wol? en waartoe gebruikt hij ze?"

Hij zweet ze zelf uit, wordt daar geheel mede bedekt, en zij gaat zelfs volkomen onder om de moeder

heen,