Sëo IETS OVER HET GROETEN.

weging brengen, hebben altijd eene hun bijzonder eigene uitdrukking, die mét onwillekeurige ligchamelijka bewegingen en gelaatstrekken vergezeld gaat, en welke zich bij de onderfcheidene vol ten der aarde altijd tamelijk gelijk blijven. Vreugde en droefheid, fchrik, vrees, afkeer en toorn vertoonen zich bijna altijd door een en dezelfde uitdrukkingen in het gelaat en de gebaren naar fcuir.cn, en dit zelfde geldt ook bij uitdrukkingen van achting, eerbied en onderdanigheid. Van hier hebben ook altijd de foorten van groeten, bij de onderfcheidene natiën in gebruik, niettegenffaande derzelver verfcheidenheid in enkele gevallen, over het algemeen, eene zekere gelijkheid, met opzigt tot de gemoedsneigingen en gewaarwordingen, die zij te kennen geven, en hoe minderde zeden en gebruiken der onderfcheidene volken door gekunftelde plegtigheden of pligtplegingeü verfijnd zijn , des te meer vertoont zich ook in hun groeten de natuurlijke uitdrukking van het gevoel en des harte, welke den groet karaktenferéa.

De vreugde breidt de armen naar hst voorwerp uit, dat haar voortbragtj de zuigeling ftreKt reeds onwillekeurig de teedere handjes naar de geliefde moeder uit, om ze te omvatten, wanneer haar aanblik hem ontmoet. De zuiverfte uitdrukking des gevoels, die den groet moet kenfehetfen, is daarom, wanneer de vriend dep vriend de hand reikt en die met warmte aan zijn hart drukt, gelijk die bij vele natiën gebruikelijk is; en, wat is natuurlijker, dan dat de vriend, op het onverwachtst, na eene langdurige afwezigheid zijnen vriend ziende naderen, hem in zijne armen fluit en aan zijn hart drukt? —* Dit is eene gebruikelijke, en bij zoodanige gelegenheden, onzes bedunkens, de feboonfte wijze van groeten bij vele volken; en, eene even zoo doelmatige wijze van groeten bij eenige natiën in gebruik, namelijk bij de latere Grieken, is: de eene hand op het hart te leggen, de andere den vriend toe te rei* ken, of eenen kus op zijne lippen te drukken.

Verfcheidene volken vergenoegen zich hiermede niet, dat zij de eene hand op het hart leggen, maar leggen beide armen kruifelings over de borst, om hiermede hunnen eerbied in het groeten uit te drukken.

Hoe meer de zeden en gebruiken der volken door de kunst verfijnd worden, zoo veel re meer verwijdert zich ook deze zuivere en natuurlijke uitdrukking in

hu«