eene anecdote. 57I

niet moeiielük te verftaan. Ik zelf ben de vader, de familie van' den fchipper is mijn vok, de rivier Gangcs zijn de kinderpakjes, en de kunst van zwemmen — de inenting."

eene anecdote.

In het laatst van het verleden jaar 1806, befloot een Predikant in eene niet onaanzienlijke Gemeente van ons Vaderland, op zekeren dag zijne Leerrede met eenige gepaste dichtregels. Zekere Jufvrouw, onder zijn gehoor, vond dezelven zoo uitnemend fchoon, dat zij er als 'door verrukt was; en verlangende het Vers in sefchrift te hebben, begaf zij zich des anderen daags aan het huis van den Predikant, betuigde hem, onder anderen, hoezeer zij getroffen was geweest door het Vers, waarmede hij zijne jongde Leerrede had geëindigd, en verzocht hem op het vriendelijkst, haar hetzelve te willen mededeelen. De Leeraar voldeed fjaarne aan haar verzoek, en fchreef het terftond voor haar uit. De Jufvrouw kort daarop eene harer vriendinnen in dezelfde Gemeente bezoekende, fprak met ophef van het Vers, verhaalde hare vriendin dat de Predikant de goedheid gehad hadde het voor haar af te fchrijven, en las haar hetzelve voor. Deze zeide daarop: Dat

Vers heb ik ook." „ Hoe is dat mogelijk?"

was het antwoord. Da vriendin rees op en kreeg de EvangeliTchc Gezangen, welke zij reeds m haar huis hadde, en las haar hetzelfde Vers daaruit voor., —— Onze Jufvrouw, die zoo zeer met het Vers ingenomen was geweest, hoorende dat het in de Evangelifche Gezangen ftond, rolde aanitonds het papiertje op, en wierp het met verachting in het vuur.

frederik II. en voltaire.

(Aneedote ) '

VolTAIRe , met Koning frederik oneensgezind geworden zijnde, befloot, Berlijn te verlaten; doch alvorens te vertrekken, begeerde hij den Koning nog

eens