59° KLËlr.E NATUCJRHISTOiiRCHE OPMERKINGEN f

ftsfende, de bonden aanblies; verfcheideu derzelve weken vêrtéhnKt terug, alleen de möedigften waagden bet, om het woedende, hoewel zich Hechts verwerende dier, aan te grijpen. — Eenen gejaagden wolf zag ik van hetzelfde krachteloos verdedigingsmiddel, den hevigen toorn, zich bedienen. —— Honden, tot heftige ernmfclrp getergd zijnde, doen hetzelfde. —— Irata fremit odore ambrofiaco, zegt lwniujs van de huiskat; zelfs de vreesfelijke tijger van Zuid- Amerika, en de Kuguar, hebben, volgens het berigt van azara,

dezelfde gewoonte. Waarom fpuwen al deze ver-

fcfceurende dieren van zoo onderfcheidene klasfen, op eenerlei wijze vuur, gelijk men zegt? Waarom heeft die, in felden toorn uitgedrevene adem, bij velen een' zoo geweldigen flank, welken het dier anders met van zich geelt? ——> De zetel van het gevoel is ia de borst, door middel van welke, het ligcbaam, door beurtelingfche aantrekking en wegflooting des dements» waarin het leeft, in naauw verband daat^met de buitenwereld. Deze buitenwereld weg te ftooten, is de poging des roorns, die heerfcbende drift der vericheurende dieren. Van het heftig fnuiven des vertoornden menfehea en paarus, tot bet 'ftenen van het onder fmarten geduldig fchaap , heerscht dezelfde teekenieere der natuur. De toorn, welke met de grootfte kracht de ganfche buitenwereld van het ligchaam poogt af te itooten, brengt niet alleen overvloed van gal voort — welke voor alle vloeibaarheden van het organismus het^ hydrogene, het uitzettingsvermogen in de lappen des ligchaams, gelijk in de fcheikundige verfchijnfelen der niet bezintuigde narnnr , karakterizeert; en fnelle verrotting , fnelle ontbindtng alzoo door hydrogene, gelijk verbranden ontbinding door oxygene is, overvalt het doode ligchaam van een in woede gedorven dier — maar ook dierlijke vergiften, welke alle door krachtige aanwending Van zuurdof verdelgd kunnen worden, ontdaan enkel door den toom, in de fappen van nog levende dieren, ook wel in de uitgedrevene lucht, door welke het vergramde dier den vijand zocht weg te ftooten en te vergiftigen. En dit hydrogene is tevens, ten minde het vehiculum, zoo niet de grond, van allen derken reuk, in de bezintuigde, gelijk in de niet bezintuigde