59? KLEINE NATUURHISTORISCHE OPMERKINGEN ,

den dooden ram in zijn hok. —— Door welk inftinct Wist de ram, dat cle panther, die hem niet aanviel, maar Hechts óp hem loerde, zijn vijand was, dien zijne domheid waande te kunnen bedwingen? Buiten twijfel door den opflag der oogen, welke, hoe donker het ook wezen mag, de beide dieren onderrigt, wien zij voor zich hebben. Zoo betoovert de flang, door ftijf aankijken, vogels en kleine zoogdieren, welken de angst nu verbijstert, tot dat zij in den verflindenden bek vallen; even gelijk den mensch, die, op eene groote hoogte ttaande, duizelig wordt, niet zelden eene ichadelijke neiging bekruipt, om zich van boven neder te werpen, ten einde, door het weder bereiken van den vasten grond, inftinctsgewijze aan het pijnigend donker gevoel een einde te maken. Zoo kan ieder mensch een klein kind, enkel door onbewegelijk aanzien, onrustig maken en aan het fchreijen heipen; een' kleinen hond, alleen door aanhoudend ftrak aankijken, al jankende de vlugt doen nemen; maar een' grooten hond zoodanig tergen, dat hij woedende op hem aanvalt. Het onafgebroken aanflaren des panthers op den ram, ontrustte buiten twijfel dezen, en deed hem nutteloos zijnen moed te werk Hellen. ——— Zoo ontdekken zich overal, door alle klasfën des dierenrijks, gelijke inrigtingen, en het oog betoont zich bij den mensch ailcen niet als de weg, door welken eene zaak fot anderen, ais ware het, onmiddellijk fpreekt.

In den Atlanüfchm Oceaan, kwam op het fchip waarop ik mij toenmaals bevond, wanneer het de westkust van Ierland begon te naderen, een enkele valk, na een' aanhoudenden zuidoosten wind, aan, welke mij toefcheen met den Falco fubluteus, L., overeen te komen, maar kleiner was. Hij zettede zich op den mast, en vloog van tijd tot tijd uit. Eenmaal vong hij eene zoogenoemde zeezwaluw, Proccllaria pelagica, L., maar buiten dit, kreeg bij gedurende verlcheiden dagen niets. Ongeacht zijn lang vasten, kostte het eenen matroos, die hem des nachts vong» eene wonde. Aan een dun touwtje gebonden, vocht hij voortreffelijk, 0p eenen voet ftaande, met den anderen, tegen elk die hem naderde; hij fpoog femwijlen

vuur,