7=2 EfSRitWAARWefe ANECDQTFN VAN DANKBAARHEID

Jöf toezwaait: —— houden de zedemeesters onder detj volke, met 't innerlijke der maatfchappij juister bekend j en het best berekend, om den evenaar tusfchen de ware- en fchijnvqlkomenheid in handen te nemén, het «laarvoor, dat, zal het tafereel van hare natie in echte kleuren voorgefteld worden, de buitenfporige zinnelijkheid, een vaal verfchiet daarin behoort uit te ma-* ken!

merkwaardige anecdoten van dankbaarheid 3 regtvaardigheid en edelmoedigheid, bij de turken.

Eerfte Anecdóte: van den dankbaren topal

osman.

De' Turken zijn van ouds af als een barbaarsch en wreed volk uitgekreten. Zou er dan echter onder dit volk in het geheel geene deugd — ook niet één onder hen zijn, die door dankbaarheid, regtvaar,digheid en edelmoedigheid heeft uitgemunt? De volgende Anecdoten van menschlievendheid verdienen ook in Turken bewonderd te worden, dewijl zij zeker onder Christen volken even zeldzaam worden aangetroffen.'

Topal osman, in zijne eeuw een der grootlte Staatsmannen en Generaals in het Turkfche-Rijk, werd in het jaar 1608, met bevelen van den Sultan, tot den Basfa van Caïro gezonden. Hij reisde te land naar Saïd, liet oude Sidon, in Syrië, en uit vrees voor de Arabieren , die in de aangrenzende landen ftroopten , reizigers en karavanen plunderden, ging hij aldaar aan' boord van een Turksch fchip, dat naar Daraiatebeltemd ■was , eene ftad, die aan een oostelijk zeegat van den 3Nijl ligt. Op dezen korten togt ontmoette- hen eert Spaanfche kaper. Hun fchip was niet zoo goed gewapend als de kaper; nogtans befloot de ganfche manfchap te vechten, en zich tegen de flavernij te verdedigen. Er begon een bloedig gevecht. Osman gaf hier, benevens nog vijf en twintig Turken, de eerfte pro6~

veis