DE ROMAN VAN EEN SCHILDER

Zoo leerde haar liefde hem een nieuwe ervaring, die hij later nimmer terugerlangen kon. Vele vrouwen beminde hij nadien, maar voor hem waren zij allen slechts werktuigen geweest, om zijn zinnelijkheid te bevredigen. Geen harer verschafte hem de smachtende illusie, dat de lichamelijke vereeniging ook ziel met ziel deed samensmelten. Alleen Erica wist een geheimzinnige verborgen harmonie te doen ontstaan, alleen Erica vermocht de innerlijke stemmen te doen samenklinken. Het was een teeken, dat zij bij elkaar behoorden, zooals zelden twee menschen ter wereld....

En nu was het alles tussschen hen voorbij. Ach! voorbij was het eigenlijk al sinds lang. Al sedert den avond, toen zij voor de eerste maal zijn overspel ontdekte. Het was in den winter en hij betrad na middernacht de ontvangkamer zijner woning. Het haardvuur brandde nog; kleine blauwachtige vlammen lekten kwijnend omhoog. Erica hurkte neer bij den schoorsteen, de handen warmend; haar profiel werd door de smeulende houtblokken somber belicht. Zij huiverde, toen hij binnenkwam, doch keerde zich niet om. Hij stond stil en opeens werd hij zich bewust, dat hij deze vrouw beminde en niet de andere, die hij voor een uur verliet. Er welde een neiging in zijn binnenste, om bij haar neer te knielen en haar alles te bekennen, openlijk en zonder terughouding, opdat zij hem vergeven zou. Maar toen hij haar wilde aanraken, stiet zij hem driftig terug en toonde hem een verfrommeld stuk papier, dat tusschen haar vingers klemde. Het was een dicht-beschreven, geparfumeerde minnebrief, dien hij met onvergefelijke slordigheid had laten slingeren en dien zij blijkbaar ergens in huis gevonden had.

Hij staarde met een onnoozelen lach naar het sierlijke handschrift, waarvan hij vruchteloos enkele woorden trachtte te ontcijferen. Een weeƫ pijn doorstroomde zijn leden, alsof hij al sinds weken te weinig at en plotseling zijn zwakte bemerkte. Hij kon niet denken aan zijn vergrijp, niet aan den smaad, dien zij ondervinden moest. De penetrante geur van het papier drong in zijn neus en maakte zijn lichaam