VILLA MORGENROOD

de haast te poezele handen. Dat moest Jenny zijn met Miep Hessels, h'r derde dochter, als ze wel eens schertste.

— Sonja heeft geslapen, lachte Jenny. — Beken 't maar.

— 'k Ontken 't niet. 't Was hier zoo stil.

— En niet eens thee.... we versmachten. Sonja maakte zich gereed op te rijzen.

— Laat maar, weerde Jenny af en slipte in 't kleine keukentje, waar ze druk rumoerde.

Miep zette zich in een luie stoel. — 't Is hier goed, vond ze. — De straten zijn zoo warm.

— Dan heb ik gelukkig niets verspeeld met m'n lui wezen, lachte Sonja. — 'k Heb het hier heerlijk gehad.

— Ja, een tukje is goed voor oude menschen, plaagde Jenny aan de deur.

— Oud oud... . ? Sonja wilde niet oud wezen. Oud

was ze ook niet. Zag ze er niet jong uit en frisch? Als ze met h'r beide dochters wandelde, leken ze drie zusters ieder zou hen voor zusters houden. Ze wilde niet

de moeder zijn de zuster, de oudste dan en daarom liet

ze zich door de kinderen ook Sonja noemen.

De thee was gauw gezet.

— Je kan heksen, Jenny, meende de moeder. — Zoo gauw had ik 't niet gekund. Als je nu nog eens in die kast kijkt... daar staan koekjes tenminste als jij ze niet hebt opgesnoept.

Thee met koekjes en twee jonge meisjes.... Sonja voelde h'r traagheid meer en meer wijken. Ze vond h'r oude opgewektheid terug en babbelde lustigjes mee.

Eensklaps tikte ze met het lepeltje tegen 't kopje. — Dat is waar ook, er moet nog wat gebeuren. Allo, meisjes!

— 'k Dacht, dat je 't lekker zou vergeten, lachte Jenny. — Miep, kom, pak es even aan.

Samen sleurden ze een zware stoel naar de wand, het tafeltje met thee werd verzet, de vloer moest ruim. Toen vlogen bloesen en rokken in een hoek.

— Klaar? Sonja zat op de hoek van de divan, een mandoline op h'r schoot.

Een venijnige kras — de meisjes stonden.