VERZEN
door
A. DONK—HONDIUS
WIJ MENSCHEN. .'. .
Als marionetten uit het spel Van trekke-touwtje, weet je wel? Klik-klak, lik-lak.
Een hoofd, een romp, rechts-links een been, Twee armen langs het lichaam heen. Kwik-kwak, smik-smak.
Nu fluks de rol! Het lot bedeelt: Die braaf, die rijk en jij? jij steelt. Falderie, faldera!
Jou past een bultzak op den rug Hem sloopt de tering slinks en vlug. Van hup-sa-sa!
Haar wieg draagt kleed van pure zij, Toch sterft ze in 't huis van medelij. Didelie, didela.
Dit? Wordt een zorgzaam ouderpaar, Zij kweeken kind'ren jaar op jaar. Do-dein, do-da.