JACOB WINKLER PRINS

kunnen luisteren naar de Grieken en Romeinen en de groote dichters der latere tijden, — die zich had eigen gemaakt het Sanskriet en het Angel-Saksisch, — die had overdacht de bladzijden van Geel, Potgieter en Huet. Hij trachtte historische lijnen tot den oorsprong te volgen. Inzicht-verhelderen en door juiste waardebepaling, 't begrepene vastleggen en op een hecht fundament verder bouwen, bleef het doel van zijn rusteloos, fier-krachtig streven. Zoo belichtte hij de figuren van Jacob van Lennep en R. Feith, in »Vaderlandsche Letteroefeningen» van 1876; van E. J. Potgieter in »Nederland«. In zijn PotgieterStudiën (1876) sprak hij als ideaal uit: »De ontwikkeling onzer negentiende-eeuwsche letteren moet minstens een Europeesche zijn. Dan eerst zal onze geestelijke bloedsomloop gezuiverd en zoodoende versneld worden, dan zullen er heelende en versterkende sappen toegevoegd worden aan de hier en daar kranke deelen; dan zullen onze zelfgenoegzaamheid en eigenbaat, die spreekwoordelijk beginnen te worden, langzamerhand verdwijnen. Beide gebreken waren Potgieter ten eenenmale vreemd«

Winkler Prins had den moed storm te loopen tegen de «Nationale Vertoogen« van Cd. Busken Huet (Dec. '76) en schreef in 't zelfde jaar voor »De Gids« een belangrijke studie over Shakespeare. —

In 1884 verscheen het tijdschrift »De Leeswijzer«, dat wijsgeerige artikelen, letterkundige studies en kronieken over schilderkunst van hem bevatte. Een korten tijd was hij eigenaar van het blad, dat hij van den uitgever W. Gosler had gekocht. —

In 1886 gaf hij zijn eersten verzenbundel »Sonnetten« bij Gebr. Binger in het licht. Hij was toen zevenendertig jaar. 1886 was voor de literaire Kunst een merkwaardig jaar door de verschijning van »De Nieuwe Gids«, het tijdschrift der jongeren. Dat plotseling losbreken van nieuw stroomend leven heeft hem in zekeren zin verrast; hij was er verbluft van, dat de verjonging was gekomen, opeens, terwijl hij bezig was de proeven van zijn bundel na te zien. Hij verheugde zich er over en zond naar de redac-