JACOB WINKLER PRINS

zijn leven werd hij niet gewaardeerd. Zijn versbundels, waarvan honderdduizenden tegenwoordig verspreid zijn, brachten hem niets op. Hij moest het drukloon betalen. Byron, in genialiteit zijn mindere, in technische vaardigheid hem ver vooruit, overtreft hem in wereldkennis; maar Shelley is bescheidener. Hij had een wonderlijk geringen dunk van eigen gaven; hij was tevreden met het goddelijk gevoel waarvan de Muze hem vervulde. Ook hebben de omstandigheden niet meegewerkt om zijn kolossaal talent te doen rijpen; en de dood rukte hem weg op een leeftijd, waarop men eerst recht begint. Zijn wederwaardigheden gaven stof aan allerlei pennen: maar zijn eigenaardige wijze van zien en gevoelen, van gewaarworden als kunstenaar, vindt men alleen in zijn verzen. Het is de moeite waard hem te bestudeeren; en hoe dieper men indringt, hoe meer men de warmte leert waardeeren van zijn edel hart; hoe meer men nadert tot de adertjes, die van overal saamgevloeid, de bron vormden waaruit zijn dichterlijke stroom ontsprong.

Shelley staat hoog als beeldend kunstenaar. Ook omdat alles bij hem zoo echt is. Ge leest van heuvels en dalen, van valleien en ravijnen; en, als ge het Engelsen landschap kent, zijt ge in een ommezien thuis. Dan komen de bergen en de rotsen; en de stortbeken en de watervallen; hooge sneeuwtoppen doemen op en de grootschheid der beelden, de kloekheid der lijnen, de vaste hand waarmee ze zijn getrokken, alles waarborgt u eigen aanschouwing. Ja, Shelley fantaseert niet de natuurtafereelen waarop hij u vergast; hij legt beslag op uw verbeelding; hij noodigt u voortdurend uit tot kontrole. En als ge op een waardige wijze de door hem gegeven voorbeelden wilt nabeelden, doe de moeite en reis naar Chamouny, reis naar de Zwitsersche meren en sneeuwtoppen; reis naar de Italiaansche steden! En bovenal, want Shelley hield van het water, heb een oog voor het rhythmisch in- en uitslaan der riemen, voor het op en neer gaan eener zeilende boot. Daar is heffing, daar is daling! En als de wind komt aangesneld en de blanke zeilen vult, dan voelt ook de dichter hoe onuitsprekelijk zoet de ademhaling is zijner Muze; hoe zijn hart zwelt van het besef!