DE ROMAN VAN EEN SCHILDER

maal zich opdringen zou aan haar, wier geliefde hij zoo roekeloos verslagen had. Alleen was het onverklaarbaar, waarom de opzet met zoo'n overijling moest worden uitgevoerd! Getuigde het niet van een zeldzame grofheid, dat in dezelfde woning, waar de manslag was geschied, en dicht bij de plek, waar het slachtoffer begraven lag — dat in deze omgeving, waar alles hem aan zijn misdaad herinnerde, de moordenaar schaamteloos zijn liefde openbaren wilde! Het leek een spel van zoo lugubere tragiek, dat de schilder voor een oogenblik de neiging ondervond om met geweld den gruwelijken afloop te verhinderen.

Maar hij bleef staan voor het portret en terwijl hij de trekken van den virtuoos beschouwde, werd het week in zijn gemoed. Hoe onbegrijpelijk was de houding van Erica! Was zij dan net als de andere vrouwen, die het leven licht en luchtig opnemen en die van minnaar wisselen, zooals zij wisselen van een kleedingstuk? Wist zij dan niet, dat hij — Merker — althans de moordenaar kon zijn, al was hij door de feiten verontschuldigd en uit de hechtenis ontslagen? Waarom moest zij juist bij den planter 3en steun zoeken, dien ieder ander haar immers ook verschaffen kon? Was het dan zoo beslist noodzakelijk, dat zij zich troosten liet door dezelfde handen, die haar het leed hadden aangedaan? O! de kunstenaar kon het zijn vrouw niet vergeven, dat zij den armen Leo kort na zijn sterven al zoo smadelijk bedroog.

„Maar wie weet!" dacht hij bij zichzelf. „Misschien zal alles door een toeval nog worden opgehelderd. En of zij dan niet terugschrikken zal voor de liefde van een misdadiger. ... ?"

„In elk geval zijn het dingen, die mij niet aangaan," voegde hij plotseling luid eraan toe en het klonk, of hij een stem in zijn binnenste overschreeuwen wilde. ,7Voor mij is het leven enkel een schouwspel, dat ik ten bate van mijn kunst benut. Allicht zal de uitkomst mij een belangrijke ervaring brengen, waarmee ik in artistiek opzicht mijn voordeel kan doen."

En al sprekende nam hij de schilderij van den ezel en plaatste haar met de voorzijde tegen den wand.