GEDICHTEN IN PROZA VAN

zoo vreemd groot zijn geworden; en zij heeft u zoo teeder op de keel gedrukt, dat gij er voor altijd den lust tot schreien door hebt behouden.

En in de volheid van hare vreugde, vervulde de maan het geheele vertrek als een phosforische atmosfeer, als een lichtend vergif en al dit levende licht dacht en zeide: „In eeuwigheid zult gij den invloed van mijn kus ondergaan. Gij zult schoon zijn op mijne wijze. Gij zult liefhebben wat ik bemin, wat mij liefheeft, het water, de wolken, de stilte en den nacht; de grenzelooze en groene zee, het vormelooze en veelvormige water; de plek waar gij niet zult zijn, den minnaar dien gij niet zult kennen, de onnatuurlijke bloemen, de geuren, die doen ijlen, de katten, die bezwijmen van genot op de klavieren en die zuchten als vrouwen met stemmen heesch en teeder. En gij zult bemind worden door mijne minnaars, aanbeden door mijne aanbidders. Gij zult de koningin der mannen zijn, met groene oogen, wier kelen ik ook gedrukt heb, in mijne nachtelijke liefkoozingen, van hen die de zee liefhebben, de grenzelooze zee, rumoerig en groen, het vormelooze en veelvormige water, de plek waar zij niet zijn, de vrouw die zij niet kennen, de onheilspellende bloemen, die gelijken op wierookvaten van een onbekenden godsdienst, de geuren, die den wil benevelen en de wilde en hartstochtelijke dieren, die de zinnebeelden van hunne dwaasheid zijn. En het is daarom, vervloekt en lief bedorven kind, dat ik thans lig aan uwe voeten, zoekend in uw wezen den weerschijn der gedudhte Godheid, der profetische pleegmoeder, der gifmengende voedster van alle maanzuchtigen.

UITNOODIGING TOT REIZEN.

Een prachtig land, een land van Kokanje, droom ik te bezoeken, met eene oude vriendin.

Vreemdsoortig land, versluierd door de nevelen van ons Noorden en dat men zou kunnen noemen het Oosten van 't Westen, het China van Europa, zoozeer heeft de warme, grillige verbeelding zich er uitgevierd.