ENGELSCHE BOEKEN VAN HEDEN

wezen en de schrijver staaft zijn bewering met onaanvechtbare bewijzen. Dan behandelt Engeland zijn geheime agenten veel beter; in de eerste plaats worden zij zeer goed betaald en bovendien houdt men hun steeds de hand boven het hoofd en beschouwt men ze niet als uitgeknepen citroenen, die weggeworpen moeten worden. Een der interessantste hoofdstukken houdt zich bezig met de Engelsche spionnage in Holland gedurende den grooten oorlog; van hieruit werd de geheime dienst voor het vasteland geleid en wel van Rotterdam uit, waar een kantoor gehuurd werd en zaken gedaan werden onder den naam van de «Uranium Steamship Cy«; men beperkte zich echter niet tot spionneeren in Duitschland en Oostenrijk, doch de agenten legden een groote nieuwsgierigheid aan den dag voor de verdedigingswerken langs de Schelde in Zeeland en in 1916 werden zes van deze speurders gesnapt. Hij staat uitvoerig stil bij het z.g. Zimmerman-telegram van Duitschland aan zijn gezant in Mexico, dat door den geheimen dienst te Londen werd ontcijferd en waardoor ten slotte de Ver. Staten het strijdperk binnentraden. Na den oorlog gingen alle mogendheden door met het uitzenden van spionnen en Lüdecke geeft hierover eenige voorbeelden. De overige hoofdstukken zijn gewijd aan Spanje gedurende den oorlog, Rusland voorheen en thans, Polen, Japan en Duitschland, terwijl aan het slot nog eenige bekende vrouwelijke spionnen worden genoemd waaronder natuurlijk ook Mata Hari.

Spionnage en smokkelarij zijn aanverwante bedrijven en aangezien de Rothschilds de grondslagen van hun fortuin te danken hebben aan den smokkelhandel gedurende de Napoleontische oorlogen en de ontduiking van het z.g. Continentale Stelsel, moge in dit verband de aandacht gevestigd worden op: Ravage, »Five Men of Frankfort« (Harrap). Onder de lezers zullen er verscheidenen zijn die de uitmuntende vertooning hebben bijgewoond, welke wijlen Royaards heeft gegeven van het bekende tooneelstuk: »Die Fünf Frankfurter« door Carl Rössler, terwijl er ook nog een tweede tooneelstuk over de Rothschilds werd geschreven door Hans Kottow onder den minder vleienden titel »Hof-