BIJ DEN ZEVENTIGSTEN VERJAARDAG

zetting. Er ligt vaak veel weemoed om een vergane schoonheid, veel droefheid om verloren dingen in. Hoe kan het anders? De oorlog heeft veel veranderd in het land der Vlaamsche boeren. Hoeveel stoere kerels rusten niet in den Vlaamschen grond? Hoeveel moeders lijden er niet, hoeveel vrouwen blijven niet, ongetroost, eenzaam wachten op de hoeven op den dood? En ook van deze smart vertelt Buysse. En hij vertelt op zijn gezellige, ronde, oubollige manier van oorlogsmakkers, Schotten en Engelschen, en van krijgsgevangenen, en dan speelt weer zijn zin voor humor een dankbare rol, die vermaakt en die ontroeren doet. Als hij de kinderen, die kleine kinderkens van Vlaandfrenland, gaat beschrijven, dan teekent hij ze guitig en gevoelig, als de onsterfelijk geworden kinderkrabbels van Poulbot.

De kortste verhalen zijn vaak lang niet de minste. »Op een zachten Meiavond« is er één van. Het is een herinnering aan jaren, o heel lang geleden. Een jong meisje heeft een ongeluk met haar fiets, niet ver van huis en hij is nog een jongen zoo oud als zij. Hij brengt haar op een karretje naar het huis van zijn ouders. Een dier heel dierbare jonge herinneringen van het edele soort, waarvan wij er in den regel voor de duistere tijden van later te weinig hebben bewaard. Onderweg een idylle, o zoo mooi, zoo stralend en rein onschuldig. En daarmede is het afgeloopen, hij ziet haar nooit meer terug. Maar er blijft een herinnering, schoon door den weemoed. En die herinnering, dat is de vertelling....

Het toeval heeft gewild, dat ongeveer vier jaar geleden een nieuw boek van Cyriel Buysse, »De Tantes«, gelijktijdig het licht zag met een herdruk van een werk van hem, dat dertig jaar eerder was verschenen, »Het Recht van den Sterkste«. Dat noopt tot vergelijken. »De Tantes« was een opmerkelijk boek. In een tijd, waarin het zich uitleven in de roman-literatuur aan de orde van den dag is, verscheen dit rustige boek van kleinemenschen, een werk van beheerschte levenskracht. De drie ongehuwde tantes verdorren in haar eenzaamheid, maar in haar geschetste wezens ligt de tragiek van het mislukte leven van vrouw, zooals groeven van smart het gelaat teekenen van wie veel geleden heeft. De tragiek der