VILLA MORGENROOD

ren. De warmte had haar bevangen en liet haar prooi niet los.

— Als je nog thee wil....

— Och nee, wat koels. Is er geen limonade?

— In de keuken.

— 'k Zal wel, haastte Jenny zich te zeggen, toen ze aan Sonja's bewegingen meende te bemerken, dat ze op wou staan. Ze nam een paar glazen van 't buffet je en slipte de gang op.

In de keuken knipte ze 't licht aan, zette aanstonds de kraan open om 't water zoo koel mogelijk te krijgen. Dan beschouwde ze zich in een stukje verweerd spiegelglas, dat op de schoorsteen stond om te zien of ze, in geval Sonja licht mocht maken, toonbaar zou zijn. Dat viel mee, ze leek de oude Jenny nog en dat wekte even haar bevreemding, omdat ze zich zoo gansch een andere voelde.

Een lachje plooide haar lippen. Voorzichtig legde ze 't spiegeltje neer, begon te zoeken naar de limonadestroop.

Citroen — gelukkig, 't was er nog. Een groote gulp schoot in ieder glas. Toen hield ze de pols onder de kraan of 't water al koel genoeg was. Dat deed haar goed. Ze sloeg de korte mouwen terug, liet het water stralen over heel de arm. Toen kreeg ook de ander een beurt. Heerlijk, dat verfrischte. Met een ruwe doek droogde ze af, maakte dan de limonade klaar. Voetje voor voetje droeg ze de glazen naar de kamer.

— Sonja, ook eens drinken?

Sonja zette zich op de rand van haar bed, strekte de volle, bloote armen.

— 't Is hier zoo pufwarm, klaagde ze.

— 'tGaat nog al, meende Jenny. — Je hebt tenminste goed gespuid.

Met begeerige teugen dronk Sonja. — Dat doet goed, betuigde ze.

Jenny zette zich naast haar neer, nam kleine mondjes vol.

— Mijn goed braaf dikkerdje, vleide ze, in plotse behoefte haar teederheid te luchten en legde haar arm om de breede schouders van haar moeder.