VILLA MORGENROOD

— Zullen we er nog eentje nemen? Of is er niet meer? vroeg Sonja, haar glas op het nachttafeltje zettend.

— Nog wel — vooruit dan maar, lachte Jenny en nam Sonja in haar armen, zoende haar, waar h'r lippen troffen.

— Malle meid, weerde Sonja af. — Je knoeit je oude moeder, die 't al zoo warm heeft.

De tweede limonade kwam. — Nu gaan we klinken, stelde Jenny voor en dacht er bij aan Henk. Iets heel feestelijks, iets plechtigs scheen in haar te dalen.

Daar moeten we bij staan, meende Sonja. Met breed gebaar hief ze het glas hoog, hield het voor haar boezem — Jenny.... op je geluk. De glazen tinkten tegen elkaar.

— Henk, lispte Jenny zacht — Henk. Ze beefde plots en morste.

— Niet morsen, schrok Sonja. — Drink, drink. Ze duwde Jenny 't glas aan de lippen. Eerst moest het leeg zijn, anders bracht het ongeluk.

Jenny sprongen de tranen in de oogen. — Sonja — goeie, beste Sonja —

— Wat heb je kind?

— O, niets niets Jenny lachte al weer. — Ben

jij dan niet m'n beste oudste? Zij vlijde zich weer tegen haar moeder, drukte zich aan haar borst. Niet spreken nu .. . zoo even leunen.... zoo.... Dat gaf rust. Malle meid, die ze was — mal van overstelpend geluk.

Sonja legde haar armen om het kind. D'r was iets, begreep ze en giste. Ze hief Jenny's hoofd naar zich op en zoende de kleine mond.

— Vertel 't me later maar, zei ze zacht.

— O, Sonja, wat begrijp je alles goed, snikte Jenny, nu volop in tranen en drukte zich vaster aan haar moeder, die kozend op haar meisje neerzag, dat heden de liefde leerde kennen. Stilletjes liet ze Jenny uitschreien, hief haar dan tot zich op en trok haar in de schemering bij het raam.

— Je oogen.... je mooie oogen.... die hebben het geluk gezien, murmelde ze en zoende ze zachtekens.

Naast elkaar stonden de twee voor 't open raam, om-