RESTANTJES

— Alsof hij gezegd heeft dat jij het moet doen, nijdigt meneer, die tegenspraak niet duldt.

— Wat ben je toch een geestige man, treitert nu ook Ma Pampus.

— Mensch, driftigt meneer, die den voorraad knoopjes op tafel gewaar wordt, waarom moet je nou juist dat eene knoopje hebben....

— 'k Mot 'n eendere hebben, dat begrijp jij nu natuurlijk weer niet.

— Haal ze d'r dan allemaal af, raadt meneer praktisch.

— Ja, 't zal jou wat kunnen schelen, al moest ik heelemaar n.... Plotseling stokt Ma Pampus, het onzedige woord wil 'r niet over de lippen. Zij besnuffelt weer opnieuw den grond, terwijl meneer grommend en blazend achter z'n Kerkbode wegkruipt.

— Mevrouw, komt Antje weer zaniken, hij zeit dat ie verders van de week niet komme kan, dat zeit ie.

— Laat die vent z'n gang gaan, beveelt meneer kregel. En nou geen gedonder meer!

Ma Pampus durft niet tegenspreken, maar nogmaals waarschuwt ze haar echtgenoot voor zulke groote woorden. Dan verschijnt het boveneinde van een ladder tegen het raam; dit begint weldra te zwiepen en voor Mevrouw zich heeft opgericht, duikt het gezicht op van den gehaten glazenwasscher. Deze betikt béte grijnzend zijn pet, als ie Ma Pampus in aanbiddende houding voor het raam ziet liggen. Tersluiks blijft ie haar beloeren, terwijl zijn handen zich automatisch langs het glas bewegen.

— Ah jakkes, zegt Mevrouw, de man denkt misschien wel dat 'k ongedierte vang....

Meneer leest echter door met taaie volharding. O wat een naarling, wat een man!

— 'k Zoek 'n knoopie! roept Ma Pampus verklarend tot het grijnzenden bakkus buiten 't raam.

Rinkeldekinkeldekink! Glasscherven tuimelen de kamer in. Ondanks alle voorschriften krabbelt meneer vloekend overeind. De glazenwasscher steekt met ijzige kalmte zijn hoofd