KRONIEK VAN HET TOONEEL

moorde, met nog een paar andere invité's, van die kist, met een tafellaken er over heen — onder pretext dat alle stoelen door boeken zijn ingenomen! — eten! Geraffineerder en ijselijker kan het moeilijk. Zij hebben nog een ouderen vriend, een oorlogsinvalide, fysiek zoowel als psychisch, die mank loopt en die door de oorlogshei, waarin hij geleefd heeft, tot theorieën is gekomen als b.v. die dat een menschenleven niets beteekent, dat goed en kwaad maar betrekkelijk zijn, theorieën, dicht bij het amoreele. Het zal echter juist die schijnbaar amoreele invalide met zijn theorie over het waardelooze van een menschenleven zijn — hij houdt er, laat ik dit niet vergeten, ook nog een theorie op na over het waardelooze der menschelijke gerechtigheid —, die de misdaad ontdekt en de moordenaars, ondanks hun beroep op die door hem zelf verkondigde theorieën, aan de menschelijke gerechtigheid overlevert. In 't Engelsch heet het stuk »Rópe« (van de galg namelijk). Als ik mij niet vergis is het niet zoozeer de bedoeling van den auteur geweest om een sensatie-gruwelstuk te schrijven, als wel een soort zedenstuk, waarin hij de na-oorlogsche verwildering en decadente degeneratie van een deel der jongelingschap schildert. (Het New-Yorksche voorbeeld heeft bewezen, hoe zulke typen werkelijk bestaan.)

Met het troepje dilettanten — op Dio Huysmans na, die verdienstelijk den eenen moordenaar speelde — dat Verheyen om zich heen had, kwam er nagenoeg niets van het stuk terecht. Verheyen zelf, ofschoon wat eentonig, was de beste, en bracht veel over het voetlicht van de psyche van den invalide.

Merkwaardig was dat er bij de huldiging op het tooneel geen enkele bloem was van Nederland's theaterdirecties en bekende acteurs en actrices. Alleen Fabricius en Henri van Wermeskerken waren van de bekende tooneelschrijvers verschenen, en ook de jonge acteur Eduard Palmers, maar privé, niet als gedelegeerde van het Rott. Hofstad-Tooneel! Overigens is deze jubileum-voorstelling — althans in Den Haag, waar ik haar bijwoonde — door directies en artiesten genegeerd. Ik hoop voor Verheyen dat het elders beter is geweest, want in de residentie was de hulde al zéér matig.

Cor Ruys heeft een zeer gelukkige ingeving gehad toen hij besloot, Paul Géraldy's »Groote Jongens« ten tooneele te brengen omdat dit een stuk is dat een diep, actueel menschenprobleem, speciaal vaderprobleem, op ontroerende wijze behandelt. Het betreft hier de verwijdering, de fatale, niet opzettelijke, maar daarom juist zoo tragische verwijdering, die zoo dikwijls tusschen vaders en hun groote zoons bestaat. De