ROMANTIEK IN MINIATUUR
En alle namen
Om U te noemen,
O namen van sterren
O namen van bloemen,
Gestorven in mijn mond?
De nijd
Van onzen laffen vijand tijd Zal mijn
En Uw eenig en klein Geluk versperren. Voorbij!
En morgen is overmorgen
Alweer voorbij
Wat baat het of in het verborgen
En dorrend hart
Een allerlaatste schijn van licht
Nog kwijnend speelt,
Wanneer de Schaduw als een schande
Zwart
En zonder één geluid
Valt over mijn gezicht,
Mijn mond verbitterd en mijn huid
Bevuilt en mijn verschrikte handen
Perfide streelt, —
En uitvloeit op den warmen weeken grond.
Dan, uit een huif van duister,
Groef ik, beschaamd en diep verscholen,
Het schuwe schoon
Van Uw onwezenlijke aanwezigheid.
Van ole
Gestolen,
Gekregen, gekocht:
De zomer en de dag,
De laatste groet, de laatste lach —
O heel dit vluchtig en aanminnig leven
Is U en mij
Vergeefs gegeven.
En aan het einde van den tocht