ANTON PIECK

baart Floris Verster de heerlijkheid van het schilderen m de uitbeelding van zulke alledaagsche dingen. Hoe weet hij van een gedeukt kannetje en een nap met eieren een kostbaarheid te maken, die een verheuging is voor de ziel. Toch wist Pieck winst te maken.uit deze studie. De concentratie van zijn geest, die zich uren lang moest bepalen bij de voorwerpen daar vlak voor zich op de ateliertafel, werkte louterend en bevrijdend. En dat hij er zich toe zette, om met loslating van zijn tooneeltjes te trachten naar de realiseering van wat huiselijke voorwerpen op het paneel, wijst op zijn geestesworsteling. Verrassend is het, hoe in ander werk het rijpen van zijn schilderstalent is waar te nemen. Zoo moet Amsterdamsche gracht in de sneeuw (S. 17, Nov. 1927) geprezen worden als een fraai schilderijtje met klare uitbeelding van het schip tegen den wal en de gevels in donkere winterstemming met de schilderachtige witsels van sneeuw op de spijlen der ramen met de talrijke kleine ruitjes. In die rustitfe verbeelding van een stadswijk is met waardigheid het wintersche vertolkt, 't Geval herinnert aan Witsen's wintergezichten van Amsterdam. Maar Witsen is koel, strak en zuiver-Pieck.zijn aard niet verloochenend, interpreteert dichterlijk verhalend. De kracht van zijn schilderwerk zit niet in het picturale en in de plastiek, maar in het illustratieve en anecdotische. En tot nu toe uitte hij dit vertellende klaarder en sterker in zijn grafische prenten, de etsen, en in zijn kleurteekeningen. Met één uitzondering: het schilderij Vlaamsche Kermis van 1924! Nochtans zijn fraaie werkjes met gave kleurtjesOud-poorf/e.Bcgynnor te Lier (S. 2,1924) enDe processie komt (S.3,1924). De Processie van Aug. 1926 (S. 12) is op en top Vlaamsch, met het koddige er in van de ets Muziek van datzelfde jaar. Maar daarna komt hij bij zijn schilderen tot de onderwerpen van zijn oude etsen: hoekjes in Hollandsche steden en winkeltjes. Hollandsch zijn Groot Hemelrijk, Amsterdam (S. 14,1926), Oude groentewinkel, Amsterdam (S. 15,1927) en Hoekje van het Oudemannehuis, Zandvoort (S. 16,1927). Hoewel ook deze schilderijtjes — men spreekt over Pieck's kunst graag met verkleinwoorden en dat