DE SCHIJNWERPER

MARCEL. Neen.

WARNEX. Ik heb naar U geïnformeerd! Marcel. Dat staat U vrij, Meneer Warnex. WARNEX U moet Uw omgang met Ellen afbreken. MARCEL. Ik moet niets, Meneer Warnex en ten opzichte van Ellen moet ik zeker niets op Uw bevel.

WARNEX U bent een huichelaar. U hebt U hier ingedrongen. U, U wilt er komen, litterair en financiëel. Litterair door den Vrede, financiëel door een huwelijk. (Marcel trommelt op tafel). Uw letterkundige verschijning is deze: eerst hebt U zich gelanceerd in de maar matig gecamoufleerde pornographie - onder pseudoniem, voorzichtiglijk. In t buitenland is van Uw hand een vies romannetje verschenen. U bent daarover aangevallen en U hebt U zoogenaamd verdedigd door te zeggen, dat de ondeugd er in gestraft wordt. Dat is - uiterlijk - waar. U bent zoo handig geweest, nog gauw even de boosheid te straffen met een bekende kwaal. Verder doet het boek niets, dan „smakelijk t verwerven van de kwaal commentariëeren. 't Is vlot geschreven. U had gehoopt op schandaalreclame - dat is mislukt (Marcel wil opstaan). (Warnex krachtig) Blijf zitten, t Is trouwens in Uw belang. (Marcel blijft). Toen hebt U een scheidblaadje opgericht. Een criticus, aan wien U veel te danken hebt, en aan wien U een brief schrijft, roerend van dankbaarheid, wordt door U drie dagen later op de meest schunnige wijze in dat blaadje aangevallen - in hoop op antwoord. U wilde - hoe dan ook - uit de onbekendheid worden gehaald. Brief en artikel heb ik gelezen. De criticus is er niet ingevlogen, hij heeft niet gereageerd. Nog verscheiden soortgelijke en andere pogingen hebt U aangewend. Toen hebt U zich op den Vrede geworpen.

MARCEL. O, Meneer, zeg dat niet op die wijze. Het is waar, ik heb veel verkeerde dingen gedaan. Maar nu ben ik veranderd. Zwijgt U over dat vroegere - ter wille van Ellen.

WARNEX. Ter wille van Ellen? Ik heb al te lang gezwegen, ter wille van Ellen. En nog wil ik U sparen, als U