DE SCHIJNWERPER

— omdat je niet tegen Ma durft wezen en omdat je tégen Anton wenscht te zijn.

META. Waar bemoei je je mee?

JAN. Met jou —, en of je wil of niet. Jij bent verplicht, aan jezelf en aan Ellen, en aan Anton, het vleesch te leeren kennen, dat je in de kuip hebt. Wil je dat? (Meta wil heengaan). Wou je wegloopen? Voor laf had ik je toch niet aangezien. Wou jij niet herstellen, wat je bedorven hebt? (Meta komt terug).

META. Bedorven, ik?

JAN. Jij. En zooveel moeite zal het je niet hoeven kosten, dat in te zien. Je wilt het misschien niet toegeven, maar sinds dien Goeden Vrijdagavond, 'n maand geleden nu, is jouw vertrouwen in Marcel geschokt. Dacht je dat ik toen niets begrepen had? (Meta beschaamd). In je hart heb je eigenlijk nooit iets gevoeld voor dien rommel. Eerst heb je maar méé-gedaan. Langzamerhand heb je toen zooveel van Marcel's spiritualiteit geslikt, dat je ook aan vergodmgs-delirium bent gaan lijden. Ik weet wel, het is moeilijk uit een roes wakker te worden en de naweeën zijn niet prettig Maar heusch, Meta, néém het geneesmiddel, den zuren appel. Bijt er doorheen. Weer nuchter te zijn werkelijk, dat is verre te verkiezen,

META. Je begrijpt niets van mij.

JAN. De onbegrepen — zuster — en zeer gehoorzame dochter —en tragisch miskende vrouw. (Meta kijkt op). Ja, ook dat, jij hebt je gepermitteerd, jezelf als echtgenoote 't zoetste medelijden aan te meten, dat er is: het medelijden met jezelf.

META. Dank je.

JAN. Ja zeker. Jij permitteert je, je verongelijkt te voelen in je huwelijk. Omdat Anton je niet idealiseert en eigenlijk, omdat jij als vrouw er minachting voor hebt, dat hij je niet erg „aandurft". Een vrouw vergeeft een man alles, behalve schuchterheid. Faute de mieux, heb jij jezelf geïdealiseerd, op de wankele vredesbasis, door Marcel en Mama gelegd. Je hebt je eigen ij delheid gestreeld en laten streelen en exploiteeren. Evenals Mama, die in haar pro-