ENGELSCHE BOEKEN VAN HEDEN

Romans.

In den laatsten tijd worden in Engeland zeer vele uit het Fransch of Duitsch vertaalde romans gelezen; de keuze der uitgevers is niet altijd even gelukkig, want »The Revolt of the Fishermen« van Anna Seghers (Elkin Mathews), een boek waarin wij wel iets van »0p Hoop van Zegen« terugvinden, is lang niet zulk een sprekend drama en wij moeten ons er over verwonderen, dat zulk een boek bij onze Oostersche buren den Kleist-prijs wist te behalen.

Patrick Hamilton wil ons in zijn »Midnight Bell« (Constable) doen gelooven, dat er van die idealisten zijn, die de onwaarschijnlijkste verhalen, welke meisjes van de straat weten op te disschen, gelooven. Zijn romanheld, een kellner in een Londeusche Bar, is echter niet alleen goedgeloovig, maar ook zeer goedgeefsch, zoodat de brutale deerne, die zijn medelijden wist op te wekken, al zijn spaarduiten weet te bemachtigen en hem ten slotte op den koop toe nog bedriegt en uitlacht. Het arme slachtoffer gaat na deze teleurstelling maar naar zee, zooals Hamilton dat noemt: »To Sea and Liberty and Forgetfulness«, en hiermede eindigt zijn wel wat ver gezocht verhaal!

Russell Thorndike's »The Vandekkers« (Butterworth) is wel een zeer fantastisch verhaal; het speelt op Jamaica in de dagen van Stadhouder Willem IV. Er komt een vrouw in voor, die er een zeer uitzonderlijk huisdier op na houdt, een reusachtige octopus, die haar minnaars op haar bevel verslindt; ten slotte wordt een eind gemaakt aan haar luguber bedrijf, nadat men baar langdurig bespied heeft. Het is een aaneenschakeling van onwaarschijnlijkheden, maar het boek heeft één verdienste: eindelijk eens geen boek met de traditioneele moord- en liefdesverwikkelingen; Thorndike brengt ons een »nouveauté«, hij schonk ons een «thriller with a different note».

Sarah Gertrude Millin heeft een goeden naam verworven in schetsen uit het Zuid-Afrikaansche leven. Eenige van haar vroegere romans zijn in de Maart-aflevering van dit tijdschrift besproken; haar jongste roman: »The Fiddler« (Constable) komt met een thema dat niet nieuw is, een vrouw die «faute de mieux» een man van geld trouwt en later verliefd wordt op een ander. De nieuwe gelukkige is violist in een derderangsch strijkje van een hotel in Lourenco Marqués, waar man en vrouw een vacantie doorbrengen. Wel is de echtgenoot eenigszins een «droge Piet», een boekenwurm, die op een daar gehouden congres een lezing houdt, maar men kan allerminst van een verwaarloozing van zijn vrouw spreken. Nu is er bij vele vrouwen een zekere charme voor artisten; wie herinnert zich niet in de dagen van