WIND OP DB MOLENS.

den wind naar de weenende muziek en hij stond gepakt vóór de ramp van deze twee levens, 't eene verduldzaam, voortslepend zijn nederig martelaarschap, 't andere gekeerd naar de zonde.

't Was niet allemaal dezelfde historie, de arbeider getroffen in zijn volle levenskracht, slachtoffer van onvoorziene malheuren, de daglooner oud geworden in den dienst der bazen en die nu een halve eeuw van stipte dienstbaarheid, zelfs geen klein pensioentje verzekerd kreeg, de penning voor 't brood der laatste dagen en voor zijn uitvaart. Ach! die slet van een maatschappij! Zou dan nooit de dag komen dat de hand van boven, in bloed en vuur, de feesttafels van de rijken zou omversmijten, dat men aan die maatschappij, gegrondvest op diefstal, bedrog, onrecht en dood, de milliarden levens zou doen terug geven waarmee ze zonder rust noch duur heur honger van vernietiging verzadigde? Dries zijn hart bonsde lijk een trommel.

De droeve muziek stierf uit: leeg, als een kapotte viool, viel de stilte van den Zondag-avond. De dijk liep verloren in duisternis. Herberg-ruitjes pinkten, en plots boorde een lichtarm tusschen de boomen door. Hij sloeg den wegel in die leidde naar de huizen rond de kerk. Een droge dorst schraapte over zijn tong: hij had lang, lang willen drinken, lijk de koe van Kokx. Zijn stok sloeg tegen boomen; een dreef ging open. Onder den nacht der hooge kruinen, t' ende van het park, zag hij een feest van goud licht ontstoken worden. Het kasteel vlamde in al zijn kandelaars door zijn open vensters naar buiten. Hij moest terugpeinzen aan den tragischen hemel, aan de aarde purper van bloed. Nogmaals sprong het vizioen der avonden van strijd en moord als de Kerels uit de bosschen kwamen vóór zijn oogen. Hij voelde zich niet alleen meer; de menigte bevolkte zijn geweldig hert. Hij riep door den nacht:

— Hurel van Zonhoven, uwen toer komt ook, precies lijk voor de anderen!

Zij waren de heeren van 't dorp van dezen kant van 't water en verwant aan de Quast. Voor hen viel de regen, woei de wind, draaide de molen, rees de grond omhoog in