DE OPVOLGSTER.

Het achterste deel werd dus aan een buurman verkocht, die het bij zijn eigen tuin trok en zoo werd Piets werk buitenshuis aanmerkelijk minder.

Daarentegen breidde het zich in huis sterk uit. Piet timmerde, schilderde, knutselde, hanteerde de witkwast als het noodig was, volbracht alle kleine electrische reparaties, kortom, de duizendkunstenaar Piet, was eiken middag in het huis van den notaris aan het werk, nadat hij zich smorgens in den tuin, nu veel kleiner en ook practischer ingericht, verdienstelijk had gemaakt.

En zoo was Piet, de kleine geelblonde Piet, met zijn veel te groote handen en grove voeten, die, als ze niet in actie waren, er bij hingen, alsof hij ze van een veel grooteren buurman geleend had, onmisbaar in huis geworden.

En toen Piet trouwde, misten hem (in de vacantie, die hem bij die gelegenheid gul verleend werd!) mevrouw, de kinderen en de twee dienstmeisjes om het hardst. Vooral de meisjes, (oude gedienden al!) die in Piet, den eenigen man die hun beider maagdelijke keuken betrad, het mannelijke element in de schepping op zijn best vertegenwoordigd zagen.

Gedienstig als er wat zwaars te tillen of te versjouwen viel, altijd bereid om zoo noodig, als privé-secretaris te fungeeren, een bescheiden rooker, die zonder asch te morsen in de keuken een gezellige sfeer wist te scheppen, hield Piet hen op de hoogte van de dingen van den dag: de politiek en verdere wereldsche vermakelijkheden.

Piet, die kranten las en dikke boeken verslond, wist als geen ander wat er in de wereld te koop was, bracht met wijs beleid onder hun bereik de vele dingen, die gebeurden ver van hun blinkende, Hollandsch-heldere keuken in het vriendelijke Overijselsche stedeke.

En, den man als noodzakelijk kwaad beschouwend, vonden ze Piet toch een der besten uit het vijandelijk kamp, waartegen ze eendrachtiglijk, al sedert jaren, front maakten.

Met Piets vrouw konden ze het veel minder goed stellen.

En wat had die Piet dan ook eigenlijk te trouwen?

In hun keuken had hij immers altijd alles gevonden wat een ordentelijke man ook maar behoefde!