HENRI BOREL.

137

geboren op den 23sten November. Hij is de zoon van wijlen den generaal G. F. W. Borel en van S. E. Marcella.

Waar de Borels van Fransche origine zijn en de Marcella's van Italiaanschen oorsprong, kan verklaard worden dat Henri Borel sterk Latijnsch voelt. In 1875 ging het gezin in Den Haag wonen, toen werd Henri Borel Hagenaar, en hij is dat tot nu toe met hart en ziel gebleven. Zijn vader, generaal Borel, schreef in 1877, als kapitein der artillerie, een werk, „Onze Vestiging in Atjeh", dat de politiek en de taktiek van generaal Van Swieten in Atjeh heftig critiseerde, en groote opschudding veroorzaakte. Wellicht heeft Henri Borel dus van zijn vader de critische neiging, die niets ontziet, en waardoor hij zich vaak vele vijanden op den hals gehaald heeft.

Als jongen bezocht hij eerst de Nutsschool in de De Ruyterstraat en toen de H. B. S., destijds de eenige, op 't Bleyenburg, en hij werd in 1883 uit de 2e klasse daarvan verwijderd wegens kabaal in de klas onder een nieuwen leeraar, die geen orde kon houden. In zijn boek „Het jongetje", dat later verscheen, heeft hij deze geschiedenis, die eigenlijk een zeer romantischen achtergrond heeft, terloops beschreven.

Hij werd toen door zijn ouders naar de H. B. S. te Goes gezonden, een straf-maatregel, later bezocht hij de H. B. S. te Roermond, in welke stad zijn vader als militair commandant geplaatst was.

In 1888 werd te 's-Gravenhage een examen gehouden voor candidaten ter opleiding voor tolk van de Chineesche taal in Ned. Indië.

Er waren 63 candidaten en 4 plaatsen. De meesten der examinatoren waren leeraars aan dezelfde H. B. S., waarvan Henri Borel in 1883 smadelijk was verwijderd, maar de daar zoo ruw verwijderde kwam nu met glans door het vergelijkend examen en werd met 3 anderen uit de 63, aangewezen. Hij volgde nu van 1888 tot 1892 de colleges in 't Chineesch van Prof. Dr. G. Schlegel, te Leiden. In Augustus 1892 werd hij naar Zuid China, Amoy, gezonden ter verdere practische opleiding. Het was daar, dat zich