TOONEEL-OVERZICHT.

173

die een heel, deftig huis vol menschen, mama, 2 dochters en 2 huisvrienden, een dokter en een diplomaat, op stelten zet, haar gastvrouw den dipolmaat afsnoept, en de twee meisjes chassezcroisez laat spelen met twee vrij onbeduidende jongelui. Aan het slot staan zegge vier verloofde paren, au grand complet en van allerlei leeftijd elkaar te zoenen, na welke apothéose het scherm gelukkig valt.

Neen, dan is het oude paradepaardje Dokter Klaus stellig heel

wat beter, althans als het goed gespeeld wordt. Dit was

echter, helaas, niet zoo. Ten eerste al niet omdat het Schouwtooneel geen jeugdige meisjes of vrouwen heeft, zooals in dit goedig-ouderwetsche blijspel vereischt wordt, en ten tweede omdat de heer Ezerman niet de acteur is om Lubowski te spelen. Deze Lubowski-rol, die iedere beroemde acteur van het komieke genre als iets bijna klassieks in zijn leven gespeeld heeft — het is bijvoorbeeld een glansrol van Pallenberg — was hier niet in de goede handen en als déze rol niet terecht komt is een integreerend deel van Dokter Klaus al bedorven. Het is eigenlijk wel bedroevend als men ziet, dat een tooneelgezelschap niet eens voldoende krachten bezit om zulk een karakteristiek type van een echt Duitsch succes-blijspel van den goeden ouden tijd behoorlijk te bezetten. Dat het nochtans veel succes had, en het publiek in zoo grooten getale er voor was opgenomen, bewijst, behalve het bekende feit, dat ons Hollandsche volk al heel gauw op tooneelgebied tevreden is, tevens dat er nog altijd veel gevoeld wordt voor dergelijke oude blijspelen, die in hun soort zoo beminnelijk en onschuldig amusant zijn. Ik wil nog even constateeren, dat van Warmelo als Griesinger, Ko van Dijk als Dokter Klaus en Carel Rijken als Gerstel veel redden, terwijl veel verloren ging.