178

BEELDENDE KUNST.

nen kracht en levensenergie, was het meerendeels gebleven in de sfeer van de mythe en van het symbool. Invloed van de oude Italianen en Toorop is onmiskenbaar, maar er is ontegenzeggelijk een groote eigen kant aan al dit werk: Toorop bijv. is strakker, dit vibreert meer. Buitengewoon mooi was 't drieluik „Ontsluiering", een werk van zeldzame voornaamheid, kuischheid en gratie. Daarentegen massief gehouwen de Dantekop (de beeltenissen uit zijn eigen tijd komen me spitser en ascetischer voor), bonkig en zwaar de ossenkar. Hiermee zijn enkele grepen gedaan uit dit zeer ongemeene werk, waarmee Konijnenburg bewijst een veelzijdig, zeer begaafd kunstenaar te zijn.

Nieuwe uitgaven van The Studio.

Modern Gardens, British and Foreign, met tekst van Percy S. Cane, verschenen als het special Winter Number 1926—'27, bevat een zeer groot aantal afbeeldingen van tuinen, waaronder acht in kleur, met de namen van meer dan zestig personen en firma's, die als tuin-architekten, ontwerpers enz., bij den aanleg werkzaam zij geweest. De photo's en gekleurde afbeeldingen zijn weer eersterangs, en vooral in den wintertijd is het heerlijk zoo'n boek van buitenkunst en buitenleven te doorbladeren.

Als twaalfde album met reproducties van etsen in de reeks Modern Masters of Etching verscheen werk van F. L. Griggs, met inleiding door Malcolm C. Salaman. Griggs werd aanvankelijk voor architect opgeleid, en dat verklaart het groote aantal van etsen naar bouwwerken. Er gaat een merkwaardige bekoring van oude tijden van dit werk uit, het lijkt droog, maar is toch ook weer zeer gevoelig, het is iets geheel aparts in de tot nu toe verschenen serie.

Een rijk geïllustreerd prachtwerk is The Etching of Frank Brangwyn, Catalogue Raisonné, by William Gaunt. Een 340-tal reproducties, naar werk van den grooten etser, worden hier in verschillende grootten chronologisch genummerd en vergeleken met de nummers van den Fine Art Societycatalogus en dien van Frank Newbolt, gegeven; de beide laatstgenoemde catalogi dateeren resp. van 1912 en 1908. Tevens worden, zoover men dat heeft kunnen nagaan, geregeld de musea meegedeeld van de steden waar zich exemplaren van de etsen bevinden, en het blijkt dat Brussel, Londen, München, Tokio en Weenen op de meeste kunnen bogen. Nederland is vertegenwoordigd door een ets in het Rijksmuseum te Amsterdam, de St.