DE DECADENTIE VAN HET FRANSCHE TOONEEL.

van het nobele Jésus de Nazareth — een werk, dat aan Villiers de 1'Isle Adam en Peladan doet denken, en een grootsch symbool is van het eeuwig antagonisme tusschen den Man, voor wien de liefde niets is dan een episode en de Vrouw, voor wie de liefde het doel zelf is van het leven.

Zoo mag genoemd worden Cceur ébloui van Lucien Descaves, een werk zonder pretentie, maar echt menschelijk, oprecht en waar, dat met zooveel talent de onweerstaanbare aantrekking toont, die de echte, eerbare, maar door schoonheid en charme verleidelijke Vrouw heeft op het licht ontvlambaar gemoed van den tot jongen man rijpenden knaap. De gemoderniseerde Cherubin!

Ook dient nog vermeld le Dictateur van Jules Romains, krachtig werk van gezonde reactie, dat vooral in dagen van demagogie, zooals het republikeinsche Frankrijk zoo dikwijls kent, van hcoge waarde is.

Ondanks de pogingen om het publiek naar den schouwburg te lokken door moderne schandaalstukken, is ook de materiëele toestand van het Parijsche tooneel verre van schitterend.

Vele schouwburgzalen blijven op werkdagen half of driekwart leeg, al worden ook biljetten tegen verminderd tarief — 30 a 40 pCt. van den vollen prijs — op ruime schaal verspreid.

Music-hall en cinema toch zijn voor den schouwburg geduchte concurrenten. Vreemdelingen verkiezen de musichall uit den aard der zaak. Maar het Fransche publiek eveneens. De music-hall geeft schitterende decors te zien, en tientallen mooie vrouwen, in smaakvolle, fantastische en suggestieve toiletten of zelfs geheel naakt; zij laat den toeschouwer beurtelings genieten van lichte, opwekkende muziek, van zang en dans.

Groote, ernstige schouwburgen als Odeon en Porte St. Martin hebben zelfs dit jaar door het geven van een revue willen offeren aan den smaak van den dag, teneinde hun leege zalen gevuld te krijgen.