KRONIEK VAN DEN KUNSTDANS.

Men kan moeilijk verhalen van den dans van Argentina, zonder eenige woorden te wijden aan haar castagnettenspel. Haar castagnetten zijn muziekinstrumenten, die liefelijk en vleiend kunnen zingen, maar die ook wild en driftig kunnen snauwen, die kunnen klateren, als een waterval en crescendo en decrescendo weergeven. Ook in het bespelen der castagnetten toonde Argentina zich een meesteresse.

Met Meina Stratingh maakten wij dit seizoen voor het eerst kennis. Zij is een leerlinge van Gertrud Leistikow en hoewel deze haar leerlingen slechts zelden iets voordoet en zij haar slechts een enkele maal zien dansen, is de school van deze begaafde danskunstenares dadelijk te herkennen.

Meina Stratingh is nog in een stadium, waarin meer nadruk gelegd wordt op de vormschoonheid van het gebaar, dan op de dansgedachte. Vaak zijn haar dansen variaties op een bewegingsthema, te vergeestelijkt, niet physiek genoeg, maar toch ook weer zonder een sterk ingeleefd idee.

Haar armen zijn bijzonder expressief, waardoor zij vaak de neiging heeft de beweging van het verdere lichaam te verwaarloozen. Ook is het een groote fout van haar, muzieklooze dansen zonder namen te geven. De toeschouwer heeft dan niet de minste houvast om de, weliswaar vaak schoone, maar weinig zeggende dans te begrijpen.

Hiermede is echter het ergste gezegd. Reeds bleek duidelijk, dat Meina Stratingh voldoende karakter en danstalent heeft om een goede danseres te kunnen worden. Wanneer er wat meer reliëf en inhoud in haar dansen komt, zij ons iets meer te zeggen heeft en zich iets sterker in hetgeen zij zeggen wil inleeft, is er veel gewonnen. Al heeft zij ook het groteske genre nog niet dóór, aanvoelen doet zij het reeds. En dan, naar Edith von Schrenck's voorbeeld haar dansen namen geven als „Last', „Gebet", „Sieg".

De Hollandsche danseres Darja Collin, die een tijd lang als solodanseres aan de dansgroep van Joosz in Münster verbonden was, heeft een partnerschap aangegaan met Alexey Ormusson, een buitengewoon talentvollen jongen