TOONEEL-OVERZICHT.

Het is stellig dramatisch bedoeld, maar ieder, die de Javaansche wereld kent, weet dat het onbestaanbaar is, terwijl het bovendien óók nog in het dramatische verband onaannemelijk is, omdat er in 't vorige bedrijf ook niet door 't zwakste' zweempje van aanduiding iets van is voorbereid.

De 3e en zwakste acte toont Mira Inten aan 't ziekbed van den herstellenden, maar nog zeer zwakken controleur. Hij is blijkbaar zóó aan haar gehecht en heeft haar zóó liefgekregen, dat hij zijn geheele verloofde, Tilly, vergeten heeft, en uit alles blijkt, dat ook Mira Inten hem met hart en ziel liefheeft. De verloofde Tilly, behoeft zich echter maar even te vertoonen, en één „magang" (inlandsche schrijver) behoeft maar even een waarschuwing op een batiklap te spelden dat de controleur vergiftigd zal worden als zij langer bij hem blijft, om Mira Inten, een melancholiek Javaansiche „pantoen" (liedje) zingende te doen verdwijnen, terug naar haar Javaansche omgeving, waar iedereen, behalve haar vader, haar met den nek zal aanzien. Dit vertrek maalkt echter evenmin indruk als het slot van het vorige bedrijf, omdat het èn zoo onwaarschijnlijk is, èn zoo sentimenteel, wat trouwens dat gansche 3e bedrijf is.

En zóó bracht dit in 't Haagsche Theater Heerengracht door dilettanten opgevoerde Indische tooneelstuk geen andere verheugenis dan het interessante en schóone bruiloftsfeesttooneel in t 2e bedrijf, en het, voor niet-beroepsspelers buitengewoon goede spel van mevrouw Jut de Bourghelles—Thomas als Mira Inten, den heer Niestad als de Regent en den heer Drost als de dokter....

Een staartje van de komst van het Moskouer Künstler-theater is de verrassende tijding, dat de heer Charow, de eminente regisseur er van, zich heeft laten overhalen om einde Augustus de regie te komen aanvaarden bij het nieuwe Rika Hopper Tiheater-gzelsehap in Amsterdam. Laat ik er het beste van hopen, maar ik heb er een zeer zwaar hoofd in. Er kan alleen iets goeds van komen als alle acteurs en actrices, ook en vooral de oudere, van tientallen jaren Nederlandsche routine zooals in de allereerste plaats Rika Hopper zelve en Nico de Jong enz. zich onvoorwaardelijk onderwerpen aan Charow's regie. Zoodra één van het gezelschap ook maar de allerminste onwil toont van „beter weten" komt er niets van terecht. Een poging van zekeren Duitschen regisseur Max Lieber, die de regie op zich had genomen van een geheel moderne, aan de eischen van den nieuwen tijd aangepaste voorstellen van Maeterlinck's Monna Vanna, door het Nieuwe Rotterdamsche Tooneel, is totaal mislukt. Naar in een door hem aan de pers gezonden klaagschrift te lezen stond, hebben, op drie acteurs na de