DE DROOM EN HET LEVEN.

even later kwam Hermine, reeds in kimono en keek met verbaasde oogen naar den broer, die toch door niemand verwacht was: „wat? —- jij?" — zei ze en kwam met een paar rappe passen voor hem. „Dat is óók wat! Hoe ben je zoo ineens hier?"

„Gekomen" — zei hij kort.

Ze stonden nu naast elkaar, de twee vrouwen, haar postuur was bijna hetzelfde, het hoofd had denzelfden vorm nu door het gelijke kapsel. Hij keek naar beiden. Hermine had hij al een jaar zoo gekend. Zij bleef door alle ervaringen heen haar jeugd behouden, maar toch.... als hij dacht aan het uiterlijk van het meisje vandaag in het bosch.... Dan kon men toch zien dat Hermine reeds had geleefd Hij ontving haar wat te drukke begroeting, haar zoen, Met slappen blik, als moe, keek hij haar aan.

„En hij schrok zoo gewéldig van me," uitte zijn moeder opeens luid— „hij had me nog niet zoo gezien, hij dacht dat jij de kamer inkwam, zeg!"

Hermine proestte wat. „Toch?.... Ja, jongetje.... in je afgelegen plaats! Is moeder niet vijftien jaar jonger geworden? Het haar werd al grijs bij de ooren, nu zie je er niets meer van!"

„Wél een geluk, hè?" zei hij tot zijn zuster.

„O, jij vindt het dus leelijk? Vindt je mij ook leelijk? Zeg het maar eens eerlijk. Je kunt het nu nog doen!"

„Je moet zelf weten hoe je er wilt uitzien," zei hij, „jij ... .maar moeder!"

„Wou jij een óüde moeder hebben? Die bestaan tegenwoordig niet meer," zei z'n moeder zelf.

„En toch heb ik iets aan u verloren."

„Vader kon er dadelijk aan wennen."

„Ja, dat zal wel," zei hij weer, „vader kijkt ook altijd in de zaak rond,'en ik.. ..En vader vindt immers alles mooi aan u? Zelfs al zou u uw bol kaal knippen."

Zijn moeder trachtte te lachen.

„O — aardig — je begint ouder te worden, hoor ik. Hij kijkt wezenlijk als een man. Je lijkt me ernstig geworden in je ziekte."