708

HET GYMNASIUM.

eeniging", onstond een gedachtenwisseling over de vraag, of men ook de beide kleine kinderen als tafelgenoot moest beschouwen. Op voorstel van John Buil werd toen een amendement aangenomen, luidende: „Onder tafelgenoot worden verstaan allen, die op school gaan, daarbij natuurlijk ouderen." De kleine kinderen mochten dus zonder boete te betalen met hun ongerechtigheid voortgaan.

Bij geheime stemming werd de Kapitein tot voorzitter, tevens tafeldirecteur benoemd, maar John Buil kreeg gedaan, dat een veroordeelde tegen de uitspraak van den tafeldirecteur in beroep kon komen bij het bestuur. De contributie werd bepaald op twee cent per week. Bij verstoring van de orde zou de tafeldirecteur het oproerige lid een cent boete mogen opleggen en in buitengewone gevallen mocht hij die verhoogen tot en met vier cent. Bij te laat komen was men voor elke vijf minuten een cent boete verschuldigd.

Willem werd secretaris van Eensgezindheid. Hij kreeg het nu druk, want hij was ook een krant gaan schrijven, die het orgaan der vereeniging zou worden en ook Eensgezindheid zou heeten. Hij teekende er een fraai hoofd voor met een prentje, dat hij uit Prikkebeen overtrok.

Er waren, behalve mededeelingen uit de vereeniging, ook prijsraadsels in en een feuilleton, dat Willem zelf bedacht. Maar 't mooist waren de advertenties, die men er, voor een halven cent per regel, in mocht laten zetten. Men kon daarin met allerlei toespelingen elkaar voor den gek houden.

Het krantje met zijn vele lezers, die elk een cent leesgeld betaalden, bracht veel geld op; dit kwam in den boete-pot der vereeniging. Vooral maakten de lezers druk gedruik van hun orgaan, door er „namens eenige vrienden" verjaardagen in aan te kondigen. En de verslagen van de verjaarsfuiven vulden een heel stuk van de krant.

Want de verjaardagen werden door Eensgezindheid luisterrijk gevierd. Men had een vasten term om den jubilaris te feleciteeren, en vroeg hem, „of 't ook wat gaf". En altijd gaf het wat en altijd hetzelfde: Mapi zorgde voor