710

HET GYMNASIUM.

lijk was het de neus van den dronkaard, die door de bladeren glom.

Daisy had een pak kleeren van Caspar aan en de uniformpet van den Kapitein op; ook had bij zijn sabel om, want zij was de politie, die den dronkaard opbrengen moest. De Kapitein speelde voor burgemeester, Mapi voor Amalia en de overigen voor rechters en getuigen, toen de zaak voor het gerecht kwam en de dronkaard een bekeuring kreeg voor openbare dronkenschap, maar de burgemeester wegens mishandeling werd veroordeeld, hetgeen Amalia in tranen deed uitbarsten en een eind aan de verloving zou hebben gemaakt, zoo ze ter eere van den verjaardag niet allen tenslotte gratie hadden gekregen en van den schrik konden bekomen door moorkoppen met chocolademelk.

VII.

Als Willem na de groote vacantie in de stad terugkeert, komen Em en Niek met hem mee. Em is op de Jongejuffrouwenschool toegelaten en Niek zal in de voorbereidende school worden klaargemaakt voor het toelatingsexamen. Niek is ook bij den Kapitein in huis; er is een plaats vrij, doordat Tsjang eind-examen gedaan heeft en nu student is geworden. John Buil heeft zijn bedstee op de kamer bij Caspar ingenomen en Nico slaapt nu bij Willem.

Niek kan eerst moeilijk wennen en van den weeromstuit krijgt Willem ook heimwee. Ze zijn van den zomer weer op Westhoeve geweest en gaan nu 's avonds na 't eten samen den straatweg uitloopoen en herinneringen aan Westhoeve ophalen. Ook spreken ze onder 't wandelen over thuis. Als je een flink eind den straatweg uit bent, kun je den toren van het dorp zien. En dan begint Willem: „Weet je nog, Niek...." en Niek antwoordt: „Weet je nog, Willem...."

Op marktdag staan ze vroeg op; ze wandelen vóór het ontbijt naar den grachtswal, waar de beurtschipper ligt;