DE COLLECTIONNEUR.

Zoolang hield hij 't echter niet uit. Dat was zijn grootste plezier eigenlijk, om zélf zijn preciosa te determineeren. Collectionneeren was voor hem niet alleen het genot van het bijeen-brengen van voorwerpen van kunst. Ook niet het hebzuchtig genot, zooals bij zoovele andere kunst-gierigen, van het bezit. Zijn liefde ging naar elk voorwerp, dat zijn verzameling kwam aanvullen, pas van harte uit, wanneer hij het bestudeerd had. Hij nam het ter hand. Streelde het. Bekeek het. Geen detail van vorm of teekening liet hij aan zijn geoefend oog ontgaan. Hij herkende de elementen van schoonheid; hij beoordeelde de waarde volgens zeldzaamheid en bizonder maaksel; hij bestudeerde het net zoolang tot hij er de beteekenis, de bedoeling, de voorstelling van had begrepen.

Zoo zat de oude collectionneur achter de tafel. Eén voor één nam hij de juist uitgepakte figuurtjes ter hand. Zette ze dan weer neer. Nam een ander op. Hij probeerde ze te rangschikken al naar gelang hij zichzelf een verklaring gaf van deze groep exotische beeldjes. Voor zijn part, hij lachte met zijn wetenden ooglach door de breed-omrande brilleglazen, voor zijn part mocht de toelichting van zijn verren vriend nog wat onderweg blijven. Hij scheen al zoo'n beetje te begrijpen wat de figuurtjes voorstelden.

Hij nam er weer een op en gaf het een andere plaats. Die oude mannetjes, met de geel-witte baarden, moesten natuurlijk de strenge rechters voorstellen. Die gewapende kereltjes met de barsche gelaats-trekken, dat waren de gerechtsdienaars. Dan al die bont-getabberde poppetjes, waren dat niet de getuigen, de toehoorders, de nieuwsgierigen bij de een of andere rechtszitting? Er was nog een bizonder vrouwen-figuurtje bij, — strak ovaal gezichtje, scheef-staande oogjes, een vergulde hoofdtooi van prinses of bruid, — had zij ook iets te maken met de rechts-voorstelling?

En die twee geschonden poppetjes?

De collectionneur had de twee rompjes en de twee hoofdjes terzijde gelegd. De schade was niet belangrijk, 't Liet zich repareeren. Hij had wel andere breuken hersteld,