GEDICHTEN

door

FANNY REDDINGIUS-SALOMONSON.

VOORBIJ.

Ter Nagedachtenis D. S. H.

Voorbij — voorbij de kou, de stormen, de regenvlagen. Maanlichte nachten en zonne-dagen en droevig schoone wolk-weifelingen. Voorbij — voorbij — zijn de aarde-dingen.

Weemoed voor ons om 't eenzaam sterven na vruchtloos streven. Om wat hij rijk was en niet kon geven. Om 't onvervulde van zijn jong leven.

zóóveel beloften

en niets gebleven.

Wat bracht de Dood? Toch wel het einde van mensch-ellende. — Misschien de vrede, die hij nooit kende. Schoonheid — waarnaar hij zich rustloos wendde —

Voor hem is 't groote

ons onbekende.