HET GYMNASIUM.

gelogeerd geweest, hij is deelgenoot geworden in al de intimiteiten van het familieleven, dat Guus bij zijn tante en de huishoudster ontbeert. Guus is voor Willem als een broer, ja, meer dan een broer.

En daarom zwijgt Willem tegenover Mapi en gelukkig wordt er over den aanval met den boksbeugel niet lang meer gesproken. Op den dag van het bal is Michiel 's voorhoofd alweer zoo glad als het onder de pomade steeds is geweest. En Guus heeft Fientje, „die verraderlijke zwarte slang" uit zijn hoofd gezet, en loopt nu op een lief, rond meisje met blonde krulletjes, dat pas in de stad is komen wonen, en van wie hij den naam nog niet weet.

(Wordt vervolgd).