OUDE DOHPSFIQUR35N.

bergen, toen ik bemerkte, dat zich hierin nog eenige versmaadde eigendommen van den vorigen eigenaar bevonden, 't Was allesbehalve schoon, ik haalde er achtereenvolgens een stukje spons met een kiemend boontje, een paar half gesmolten zuurtjes en eenige inktlapjes uit, welke in hoofdzaak gebruikt werden om de zinken inktkokerdekseltjes op te poetsen.

In het tafelblad zaten slechts twee gaten en ik was nogal content met mijn zetel. Als buurjongen had ik er een die kwijlde en geen oogenblik stil kon zitten, maar dat irriteerde me niet in het minst. Meester was geen vreemde meer voor ons, omdat we al zangles van hem genoten hadden. Hij was lang niet jong meer en begon reeds wat doof te worden, maar zijn oogen waren blauwgroen en alleen daarvoor had je al respect. Zomer en winter liep ie in hetzelfde lusteren jasje en deze jas had al vele malen de klas van leerlingen zien verwisselen, want meesters grootste deugd was zuinigheid.

Hij rookte een lange Goudsche pijp en wanneer de kachel aan was, stak hij deze met een brandende houtkrul aan; hij zou zich een verkwister gevonden hébben, indien hij hiervoor een lucifer gebruikt had. Hij snoepte nooit uit zijn zak, zooals de andere meester en wanneer hij een enkele maal bij zijn koffie, om half elf, een bonbon of een koekje vond, wist hij daar tot twaalf uur van te profiteeren.

Het vlijtigste meisje van de klas werd uitverkoren om iederen dag meesters koffie te mogen halen en dit was een zaak van groot vertrouwen, want wee haar als ze het kopje brak. Om half elf precies klopte zijn vrouw met de harksteel of ragebol tegen de schoolramen (meesters tuin lag naast de school) ten teeken, dat de koffie klaar was. Terwijl het meisje weg was, zat hij dan al te likken aan zijn lippen, in afwachting van de dingen, die komen zouden.

Zijn onderwijzerstaak nam meester zwaar op. We kwamen nog steeds te laat, maar dat was niets, dan maakte hij van twaalf uur, half één en dit was hem zóó gewoonte geworden, dat er zelden van afgeweken werd. Ja, het was een unicum onder de meesters en hoewel we er nu wat meer bij moesten