DB BRIEF VAN VADER.

„Zie zoo, u is kant en klaar. Nu mag mijnheer komen. O néé, wacht u nog even...."

Ze vliegt naar de toilettafel, waarop een vaporisateur staat, besprenkelt Sonna met parfum, maar doet het zoo onhandig, dat er een straal langs den brief loopt.

„Hoe kun je zoo dom zijn, Mathilde. Arme papa, zelfs dit briefje kunnen ze niet met rust laten."

Mathilde staat droevig en verbaasd de Freule aan te staren.

„Gos, Freule, ik wist niet Ik kon het heusch niet

helpen.... Is die van uw dooien papa? Ik dacht dat ie van uw aanstaande was 't Mot zoo'n brave man geweest zijn Moeder zei dat u hem nooit heeft gekend.

Maar 't mot een brave man zijn geweest, zegt moeder."

Sonna vouwt den brief als een kostbaar kleinood samen; ze heeft moeite haar tranen te bedwingen,

„Ja, Mathilde, een braaf man was hij zeker, en dood?...

dood is papa niet papa leeft, hij leeft Mathilde, dood

ben je alleen als je leeft, en leven doe je pas als je dood bent...."

Mathilde staat de Freule met groote oogen aan te staren.

„Ik zal gehangen worden, als ik daar nou een stom woord van begrijp Ik zal het vanavond aan Piet vragen; Piet begrijpt alles Ja, daar behoeft u nu niet

zoo vreemd van te staan kijken. Piet spreekt altijd met mij over den dood.... O, ik vind het griezelig, ziet u, vooral 's Zondags als ik mijn uitgaansdag heb; dan vind ik het niks lollig.... nee, dan leef ik liever, ziet u....

Maar Piet zegt dat hij een een ja, ik weet het

woord niet zoo precies; maar hij is iets van.... thee.... stoof of zoo.... en toch ook weer geen theestoof...."

Sonna barst in lachen uit.

De deur van het kabinet gaat open. Jean Louis staart vol bewondering zijn schoon bruidje aan....

Sonna vliegt hem in de armen, en half snikkend, half lachend gilt ze het uit :

„O, Jean Louis, weet je het, weet je 't, Mathilde d'r vrijer is een theestoof of zoo iets...."