MET EEN MUILEZEL DOOK. DE DAUPHI.Ni.

had, tot wekker, tegen een salaris van twee frank per uur, en sliep, met snurkingen die de stationskap deden daveren.

De trein uit Dieppe stuift binnen, Zeilscheepje stormt eruit, ik garneer mijn schouders met bagage, wij spurten het station af, rollen als een lawine een auto in, die met het geronk van een regiment op hol geslagen bromtollen het stationsplein afsteigert, gaan van vol tot voller en volst gas, zoodat Eiffeltoren, Tour St. Jacques, Dome des Invalides, boomen, lantaarnpalen en verkeers-agenten samensmelten tot één vage grijze streep, de balustrade van de renbaan, waarlangs twee auto's voortsnorren (want we hebben er nog een concurrent bij gekregen), die allebei een trein moeten halen, waarvan de locomotief al op vol stoom staat. In onze ietwat door de atmosferische wrijving verhitte verbeelding, zien wij hem levend worden, z'n kop ongeduldig omdraaien, met z'n lantaarn-oogen knipperen, op z'n buffers bijten, z'n voorwielen opwippen, met z'n remmen langs z'n buik kriebelen, alles uit louter vertreklust. — Avenue de 1'Opera ! de machinist is aan 't eind van zijn worst en bijna ad fundum van zijn blikken drinkflesch. — Rue de Rivoli ! de machinist is ad fundum en bestudeert zijn peilglas. — Quai de 1'Hotel de Ville ! de stoker laat een lawine koolbrokken in 't vuur rollen.

— Quai Henri IV ! het water in de vlampijpen loeit.

Boulevard Diderot ! de machinist maakt aanstalten om in zijn handpalmen te spuwen. — Een toren, een terras, onze tegenstanders geslagen met drie-achtste banddikte, een official, een stempel op onze voorloopige biljetten ! — De machinist spuwt in zijn handpalmen. — Een perron, een spurtje, een open coupédeur ! — De machinist haalt den stoomhandel over, en wij zeggen elkander doodbedaard goeden morgen over een stapel bagage in het gangpad van de express Parijs-Rome.

Er is geen prettiger gebouw op aarde, dan een restauratiewagen, en de rennende bik-etablissementen van de P.L.M.-Maatschappij zijn de ware belichaming van de flit-