MRT EEN MUILEZEL DOOK DE DAUPHINE.

technische brutaliteit, waarmee de lijn zich door keertunnel na keertunnel omhoog wrong, tusschen Grenoble en Gap. Vanaf de strakke ruggen der hoogpootige viaducten staarden wij in valleien, soms gearceerd met dunne strepen bouwland tusschen ruige rotsrichels, als had een reus, achteloos vooroverleunend van achter der bergen kam, er de vingers spelenderwijs overheen gehaald ; soms groen van wijngaarden, blauw en lichtgroen gepointilleerd met zwellende druiven, en altijd boordevol tintelende lucht, die sidderend het zonlicht inzwelgde. Wij gingen, weg van de badplaatsen met Casino en dansvloer, de naakte bergen tegen !

II.

HET LAND ZONDER PRIKKELDRAAD.

Geen goud-gegalonneerde portierspet, en geen bliksemsnelle lift met spraakzame bediening, hebben ons ooit met zooveel ongehuichelde vreugde welkom geheeten als de brave herbergier, die over zijn geheele breedte glimlachend, ons met een glaasje „rood" stond op te wachten aan den top van het trapje, dat toegang gaf tot het cor cordium en heiligste der heiligen van zijn hotel, de keuken. Zijn welkomst-speech ging gedeeltelijk verloren in het razend gebrul van den gletscherstroom, die in een niet te stremmen blauwen tocht achter het huis over de witte keien bolderde. (Dit blauw beschrijven kan ik niet ; deed ik het, dan zou u me toch niet gelooven). De eerste druppels van inspanning biggelen reeds langs den rand grijs haar, die onder 's herbergiers achterovergewipte alpenmuts uitkomt. Maar de speech is ten einde. Goddank, want wij waren bijna bedwelmd, niet door zijn woorden, maar door den geur van wijn en versch-gebakken forel, die zich als een Tantalusstroom door de sluisdeuren van de keuken naar buiten perste. Wij knikken nog even allervriendelijkst, — zoon man moet je te vriend houden ! — een gedeelte van den zoon des huizes toe, bestaande uit bruin-verbrand gelaat en wit fez, dat onder een hoek van 60° om de keukendeur