HET GYMNASIUM.

Tusschen de zonderlingen, de avonturiers en de misdadigers, die, uit Dickens weggeloopen, de straten en de stegen rondom het gymnasium bevolken en die Willem, van school naar huis onderweg, in levenden lijve tegemoet komt, maken de stillen en eenvoudigen, die goed zijn zonder meer, een diepen indruk op hem. Toby Veck en Bob Cratchitt, juffrouw Flite en Barnaby Rudge worden zijn heiligen. Hij vat een teere genegenheid op voor het blinde oude vrouwtje, dat op den hoek bij 't station lucifers verkoopt en vereert heimelijk den schoenpoetser, die op zijn gekke platvoeten en met zijn gezicht als een vuil dier over straat sjokt. Hij zou wat willen doen voor de armen en de onnoozelen, die, gelijk de onbezorgde krankzinnige Barnaby Rudge, de borst zijner moeder met dankbaarheid vervult, terwijl menig verstandig zoon haar tot verdriet is.

Hij heeft een kraai in het konijnenhok, die ze Grip noemen, en zweert, dat hij, als hij een man zal zijn geworden, een pelgrimstocht zal doen naar Londen en een krans zal leggen op Dickens' graf.

Het is heerlijk voor Willem, dat ze bij het Engelsch ook een stuk uit Dickens gaan lezen. Maar ondanks zijn voorliefde voor dat vak om Dickens' wil, krijgt hij voor Engelsch een slecht cijfer. De Engelsche leeraar heeft de pik op hem, omdat hij telkens niet oplet en zoo wanhopig veel fouten maakt bij het opzeggen van de grammatica. Willem mag dien leeraar niet, ofschoon het de Engelsche leeraar is.

De Engelsche leeraar geeft ook les in het Duitsch ; hij geeft wel goed les en hij houdt op een prettige manier orde, maar hij is een zoo vreeselijk braaf man. Hij vertelt in de les, hoe hard hij wel werken moet om zijn vrouw en kinderen te onderhouden ; hoe hij, ondanks zijn armoede, nooit de belasting ontduikt en een ongestempelden postzegel op een ontvangen brief vernietigt. Hij geeft eiken keer een nieuw staaltje van zijn deugdzaamheid ten beste en daarom noemen ze hem den Biedermann. Hij heeft veel in Duitschland gereisd en heeft aan de grens nooit gesmokkeld ; ook heeft hij als lid van een examen-commissie nooit