1098

MET EEN MUILEZEL DOOR DE DAUPHINÉV

De bloemen, gele gentianen en blauwe grasklokjes, hurken schuw en klein in het gedempte licht. De wind, in vlagen omlaag varend uit de scheuren der violette gletschers, valt ons links in de flank. Rechts klimmen de bergwanden zwijgend omhoog, in een schaduw, zoo diep, dat de dunne waterlijn der sneeuwbeekjes zich slechts traag en behoedzaam heenwaagt door de dreigende stilte der blinde reuzenblokken, in gramstorige onbewegelijkheid wachtend op de verlossende flankstoot van een steen, die hen ruggelings beloert, om dan samen in keiharde kaatsingen omlaag te wervelen en de hellingen met gruis te omhullen. Maar onze neuzen wijzen onbezorgd naar het Oosten en schrede voor schrede verbreken wij de belegering der bergen en klimmen naar de pashoogte. Aan den voet van de helling gaan paard en paar de jongen terug; eerst verdwijnt de harde klikklak der hoeven, dan de bruine stip van rijder en berijder; en de gansche doodstille en verlaten vallei van Chambran is van ons; de kale hellingen, waar de dunne tirailleurlinie van een eenmaal dreigend dennenwoud in dorst, stof en hitte verkommert, met haardunne wortels wanhopig omlaag tastend naar een stroom, die in de lente een leger kan meesleuren en nu bedrieglijk neuriet over een dalbodem vol onverschillig scheeve keien; tezamen één brandend bokaal boordevol licht, waaraan de lippen zich zat kunnen drinken aan zon, en wij ons, dronken van ruimte, koningen konden wanen over deze vallei, wanneer de bergen er niet waren, het machtig massief van Pelvoux en Ecrins.

Omlaag in het dal hadden zij dagen lang in hun drukkende tegenwoordigheid den einder van ons denken omgordeld met hun woeste uitdaging van witte sneeuw en zwart graniet; en nu, uit de verte, vanaf de groene glooiing van den Eychauda-pas, schijnen zij zich schroomvallig in het gouden zonlicht uit te rekken, beschaamd over de donkere dreiging der verloopen dagen. Speelsgewijze legeren zij aan den tintelenden horizon; men zou de hand willen uitstrekken om de kleuren te liefkozen, de vormen na te voelen. Lachende wolken, voor anker aan een zonbeschenen reede. Maar we wisten beter. Gezien vanuit snel-