DE COMEDIE THUIS

Je drukt op of, zie je, en wacht dan even." Pa sprak de f van of met zalvende gewichtigheid uit. „Dan hangen ze aan je lippen," voegde hij er aan toe en keek plechtig rond.

„Die Pa, met zijn spuugstem," zei oom terzijde.

„En denk er om dat je blond moet zijn!" riep Max er nu tusschen. „Een donkere Hamlet, jonge, dat is zoo gek!"

Maar van hem liet de toekomstige Hamlet zich niets welgevallen. „Ik heb mijn eigen opvatting," zei hij, opeens in hooge mate geprikkeld.

Ester, de beenderige, had zich aan de piano gezet en begon, even hard als zij sprak, een two-step te spelen, waarop de kleine Ko en zijn lange minnares plechtig begonnen te dansen, behendig alle stoelen en tafels vermijdende. Maar wat hun gelukte, mislukte den onmogelijken Max, die, louter en alleen door voor hen uit den weg te gaan, een tafeltje omwierp en een schoteltje brak.

De tragédienne ontstak hierover in een hevigen toorn. Zij schold den onhandige uit in een vloed van woorden, waaronder »elendeling« en »lamstraal« nog de matigste waren. Haar oude vader, die had zitten dutten, begon nu, kruipend over den vloer, de scherven op te rapen, welk schouwspel haar zoo ontroerde dat zij in hysterisch weenen uitbarstte, hartstochtelijk naar hem wijzend met een fraai armgebaar. „Ziet hem! Ziet hem! Een oud man! Een grijsaard! De tranen gingen weldra over in een soort van bezwijming. Esther zette den verbijsterden Max hardhandig buiten de deur, en allen braken op.

Zelfs oom Gijs was stil geworden. Zijn laatste grap, het poederen van Ben's haar met den door het kind Van Weteren verlaten kwast, was in de consternatie geheel onopgemerkt gebleven en hij sloop weg, de woede van de tragédienne bij ontdekking vreezend. Maar in de gang, waar de gasten hun hoeden en jassen aantrokken, terwijl Pa Medding en Esther de patiënte verzorgden en Nini haar verloofde uitliet, fluisterde hij Van Loenen toe, op het paar wijzend: