DE VLIER BLOEIT

ruk het rolgordijn omlaag haalde zag hij, hoe snel het daarbuiten duisterde. Nu was het weerlicht uitgesloten. Het leek

stiller, mogelijk dreef het toch nog over

Hij zette zich aan de tafel, steunde het hoofd in de handen en probeerde te denken, een uitweg te vinden. Tono

moest gewaarschuwd worden Hij moest Elsie zien weg

te krijgen, naar het »Anker«, en Tono spréken vóór den morgen Tegelijk al wist hij, dat op de boerderij niemand meer op zou wezen, dat vóór negen uur allen in bed lagen. Hij keek naar Elsie, ze zat weer in den armstoel bij het raam. Ze zag er moe uit, dacht hij, en bizonder onaantrekkelijk vanavond. Haar grijze stofmantel hing over de leuning, haar lage schoenen stonden naast haar open handtasch op den vloer. David zag het nu, ze had haar pantoffels aan, de blauwe met het bontrandje, die hij haar vorig Kerstmis had gegeven. Alsof ze hier al thuis hoorde, vond hij. Weer steeg woede in hem op. Ze lachte hem toe, haar fietsen glimlach met gesloten lippen.

— Je bent zoo stil vanavond, Davie....

— Ik heb barstende hoofdpijn! antwoordde hij kort.

Hij drukte, om zich een houding te geven, weer zijn heete voorhoofd tegen de handpalmen; ondanks zijn gesloten oogleden voelde hij haar kijken, wist hij haar meewarige gedachten: shellshock en het onweer Ze

moest hier weg, nam hij zich plotseling hevig voor, hij wou alleen wezen! Hij kwam naar haar toe, leunde zijn rug tegen het raamkozijn. Het slaan van het klokje begeleidde zijn woorden:

— Tien uur! Als je niet vlug bent, sluiten ze hei »Anker«!

Elsie hief zich traag overeind. Voor het eerst klonk er misnoegen in haar stem:

— Je bent vanavond wel héél bizonder beleefd en gezellig geweest, David!

David sprong als in een bres: — Ik heb je wat te zeggen!, en voelde de spieren van zijn gezicht verstijven. Hij vervolgde: — Iets, dat ik je al veel eerder had willen zeggen, maar ik stelde het telkens uit, omdat ik altijd nog hoopte