DE DROEVIGE DRONK

of wat, die prikkelende dronkenheid, dat vleugje warme lustigheid, die de begeerte moest aansporen.

Maar Marietje, na het eerste glas, bleef wezenloos en wèg op den bedrand zitten. Waaraan moest ze denken? O ja! Dien avond dat ze waren uitgegaan, weet je nog, Jo, in dat restaurant, en ik droeg dat roode hoedje, dat je me cadeau gedaan had? Weet je nog wat we elkaar beloofden, over het eerste glas champagne heen? Of hij het nog wist! En dan den keer van dat onvoorziene tantième, van die kleine, gelukte speculatie? Bij elke gewichtige gebeurtenis in hun alledaagsche leven stond, als een mijlpaal, de flesch champagne.

En nu die laatste, die armzalige trofee op het nachtkastje, die het einde teekende!

Een snik kroop op in Rietje's keel. Van terzijde keek ze Johan aan. Zijn schoenen uit, in zijn dun flanel en Jaeger-pantalon zat hij, in gedachten. De bretels slierden hem achter op den rug. De rechterhand schonk aarzelend het vijfde halve-waterglas champagne in.

En ineens, inplaats van in een wilden liefdesroes, vertrok zijn mond zich breed in een huilgrimas; zijn oogen werden rood en de lijnen om den neus trokken naar beneden. Ze vielen elkaar snikkend om den hals. Ze huilde, tegen zijn flanel, met uitgehaalde schouderschokjes. Hij klopte haar zachtjes op den rug; een paar gepaste woorden van zelfverwijt rezen onbewust uit zijn lichte aangeschotenheid.

Het was een droevig einde. Om één uur precies ging ze voor altijd van hem weg.

Het smalle bed was ongekreukt, en de leege champagneflesch hield eenzaam en beschaamd de wacht naast een wekker en een naarstig tikkend polshorloge.