HET BEZETEN HUIS

notaris geïnspecteerd; die is leeg. De eenige mogelijkheid is, dat hij, op de een of andere raadselachtige manier, door de gang is weggelokt, op hetzelfde oogenblik, dat de andere handlangers Wijbert hebben vastgebonden. Aangezien de notaris niemand buiten het kasteel heeft zien gaan, en hij in het bizonder dezen vleugel van het huis in het oog heeft gehouden, blijft er slechts één vaststaand feit: — hij bevindt zich nog hier in onzen buurt.

INSPECTEUR: Dat is geen axioma, maar een hypothese, freule. Ik geef echter toe, dat u gelijk heeft, 't Eenige wat we te doen hebben, is hem.... terugvinden. En hoe eer, hoe beter.

WIJBERT (somber): Wie weet, wat ze met dien armen meneer hebben uitgespookt.

NOTARIS: We staan weer tot uw beschikking, inspecteur. M'n jagers-instinct begint hoe langer hoe sterker te popelen. Ik verlang waarachtig naar een dubbelschot uit m'n geweer!

INSPECTEUR (gapend): U heeft uw twee laatste patronen verschoten, notaris.

WIJBERT (bij het ijzeren kistje, dat nog geopend op tafel staat; verbaasd): Zou je niet zweren, dat de Duivel zélf hier in 't spel is!

ALLEN: Wat is er nü weer?!

WIJBERT (uit het koffertje een handvol geweerpatronen te voorschijn halend): De gestolen patronen van meneer den notaris in het familie-archief van meneer den baron!

NOTARIS (verheugd): Die komen op 't juiste oogenblik! Vlug, m'n geweer, Wijbert!

WIJBERT: Waar heeft u 't gezet?

NOTARIS: Naast den sohouw.

WIJBERT (zoekend): D'r staat nergens 'n geweer.

NOTARIS (eveneens bij den haard zoekend): Ik heb toch zélf dat ding hier neergezet! (Driftig uitvallend:) Vervloekt spookhol!

INSPECTEUR: Er zijn hier al meer dingen op onverklaarbare manier verdwenen. Alles van later zorg. 't Gaat om ernstiger dingen dan 'n geweer. Bij ons bij de politie