MOED

door

WILLEM H. HAIGHTON

Even vóór het uitbreken van den wereldoorlog had de heer Bouril zijn diploma voor telegrafist gehaald en nu, na het uitbreken van dien oorlog, was hij daarmee uitermate in zijn schik. Zijn vrienden waren successievelijk naar het front gestuurd, een was er zelfs reeds gesneuveld in de eerste weken van den oorlog. Hij, Bouril, was telegrafist, dus zou hij ook in het leger dat beroep blijven uitoefenen en telegrafisten liepen nu eenmaal geen gevaar, meende hij. Hij was ingedeeld bij een, op automobielen gemonteerd, telegraafstation, bestaande uit zes vrachtauto's met aanhangwagens. De wagens waren gepantserd tegen geweer- en mitrailleurvuur, terwijl elke wagen een klein revolverkanon meevoerde.

De aanblik van deze stalen monsters stelde hem volkomen gerust, zij boezemden hem veel vertrouwen in op de toekomst. Bouril, die te Parijs, waar zijn sectie voorloopig gestationneerd was, reeds een paar dagen aan de installatie gewerkt had van den wagen, waarover hij als sergeant het bevel voerde, begon den geheelen oorlog langzamerhand als een prettig avontuur te beschouwen, een aangename afwis-