IN DEN SNELTREIN

bedaarder, sluwer en kreeg maar zelden straf. Neen, hij

was mijn ideaal niet, al hield ik veel van hem neef en

nicht.

Toch moet er iets geweest zijn, dat nu eensklaps tot een feilen brand uitlaaide. Ben ik nog dezelfde van vroeger? Het is treurig te ervaren in 's levens volheid niet meegebloeid te hébben, alleen verdord te zijn en verbitterd. Op mijn leeftijd van acht en twintig jaar. God, laat ik me niet wijsmaken, dat ik al die seizoenen om Frans heb getreurd. Ik heb wel andere dingen gehoopt, maar wat zal een vrouw verwachten, wier familie ieder jaar dieper in de armoede zinkt en die niet doortrapt genoeg is om onder die omstandigheden een man te vangen, zelfs den man, die haar eigenlijk wel aanstaat.

Frans is een ander mensch geworden. Hij was blijkbaar in zijn Haagschen tijd nog niet volwassen. Ik geloof zeker, dat hij nog doorgegroeid is, in ieder geval leek hij veel breeder en al het zoetelijke was uit hem weg. Soms had ik het gevoel, dat hij de heele wereld voor den gek hield en er een valsche streep door zijn karakter liep. Maar als wij samen waren en wij bleven een tijdlang ongestoord, dan werd hij jonger, vroolijker en vooral openhartiger, zonniger. Dan ontpopte hij zich als de jongen, met wien ik nu van uur tot uur sterker de overtuiging krijg, dat wij van jaren her voor elkaar bestemd waren. Enfin, dat is mystieke onzin, want die bestemming bleek dan wel heel laat... in den nacht voor zijn huwelijk.... 't is om het uit te schreeuwen.

Neen, wij konden er niets aan doen. Hoe hadden wij het Tante moeten zeggen en Berthe en Berthe's familie, nadat ik zoowat het heele huishouden had helpen inrichten, omdat de Hollandsche zoon »voornamen« smaak aan den dag legde. Ze hadden gelijk, al was het tegenover die Fransche plattelanders niet zoo'n verdienste, maar hoe driedubbel schandelijk zou mijn verraad hebben geschenen na zooveel geestdriftige zorg.

En toch. .. .: wat zou het meisje ervan ondervonden hebben? Veel gedachten had zij niet. En aandoeningen? Ze kon mooie gedichten opzeggen, maar het waren er niet